VOION Haganum 2144

Publicaties

Monitoronderzoek strategisch personeelsbeleid op scholen

dinsdag 10 oktober 2023 | Onderwijsarbeidsmarkt | Veilig en vitaal werken

Betreft: 2023-meting in het kader van de monitoring van de afspraak in het geactualiseerde Sectorakkoord VO (2018) over de versterking van strategisch personeelsbeleid
In opdracht van: VO-raad en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Uitgevoerd door: Universiteit Utrecht
Datum: juni 2023

Het rapport beschrijft de staat van het strategisch personeelsbeleid 2023 en de ontwikkeling sinds 2018 op de vijf samenhangende indicatoren:

  • Afstemming van strategisch personeelsbeleid op externe ontwikkelingen;
  • En op onderwijskundige doelen;
  • Duurzame inzetbaarheid van personeel;
  • Ontwikkelperspectief van leraren en schoolleiders;
  • Kwaliteit van implementatie van strategisch personeelsbeleid door schoolleiders.

Conclusies, duiding en aanbevelingen
De staat van strategisch personeelsbeleid in het voortgezet onderwijs is ten opzichte van 2020 niet of nauwelijks verder verbeterd, afgemeten aan het oordeel van besturen en eindverantwoordelijke schoolleiders die de verantwoordelijkheid voor beleid en implementatie dragen. De uitzondering is dat (alleen) besturen in 2023 significant hoger oordelen over de beleidsmaatregelen gericht op de arbeidsrisico’s inzake duurzame inzetbaarheid en het leiderschap van schoolleiders.

De doorwerking van het door besturen vastgestelde en door eindverantwoordelijke schoolleiders en middenmanagers geïmplementeerde beleid is gebrekkig. Het schort aan effectieve doorwerking op alle indicatoren, afgaande op het oordeel van middenmanagers en vooral leraren. In slechts 21% tot 44% van de scholen is er sprake van goede doorwerking van beleid voor de indicatoren.

Inzoomend op de essentiële tekortkomingen gaat het met name om strategisch personeelsbeleid en de implementatie van dat beleid die:

  • leraren houvast bieden voor en ondersteunen in het professionele gedrag dat gewenst is voor het realiseren van de onderwijskundige schooldoelen;
  • leraren steunen in eigen initiatieven voor collectieve professionele ontwikkeling en onderwijsontwikkeling en -vernieuwing en;
  • leraren ondersteunen in het omgaan met arbeidsrisico’s voor hun duurzame inzetbaarheid zoals werkdruk/stress.

Om inzicht te krijgen in de omstandigheden die een positieve of negatieve invloed hebben gehad op de staat en ontwikkeling van strategisch personeelsbeleid is gebruik gemaakt van informatie van besturen en schoolleiders en van eerder onderzoek. Besturen en schoolleiders menen zelf goed in staat te zijn (qua deskundigheid, beleidsruimte, financiële middelen) hun rol in de ontwikkeling en toepassing van strategisch personeelsbeleid te vervullen maar het ontbreekt hen aan de tijd om te investeren in goed beleid. De extra financiële middelen die het ministerie van OCW de afgelopen jaren beschikbaar heeft gesteld hebben een zwak, maar significant positief effect gehad.

Voor de stagnatie en gebrekkige doorwerking van strategisch personeelsbeleid biedt de volgende set van belemmerende factoren op het niveau van scholen een verklaring:

  • Het ontbreekt aan voldoende professionele ruimte/autonomie en/of het gebruik daarvan door de eindverantwoordelijke schoolleiders en middenmanagers in de ontwikkeling en toepassing van strategisch personeelsbeleid voor hun eigen school/afdeling. Dit geldt voor de afstemming van strategisch personeelsbeleid op onderwijskundige schooldoelen en ook op de duurzame inzetbaarheid en professionele ontwikkeling van personeel.
  • Het ontbreekt aan realistische informatie over de feitelijke resultaten van strategisch personeelsbeleid en over de daadwerkelijke ondersteuningsbehoeften van middenmanagers en leraren omdat cyclische beleidsmonitoring geen staande praktijk is.
  • Het voeren van een professionele dialoog over onderwijsontwikkeling en de autonomie voor teams om de onderwijsvisie inclusief daarvoor benodigde ondersteuning voor hun afdeling uit te werken is geen staande praktijk. Dit is niet alleen een centraal element in het tekort schieten van onderwijskundig leiderschap en van het houvast dat de onderwijsvisie van de school biedt aan het professioneel gedrag van leraren. Het is ook een belangrijke oorzaak van het beperkt voorkomende collectief samenwerken van leraren aan onderwijsontwikkeling en -vernieuwing en daarbij aansluitende professionele ontwikkeling.

Aanbevelingen
Gericht op de aanpak van deze belemmerende factoren zijn aanbevelingen voor besturen, schoolleiders en leraren gedaan bij de samenvattende bespreking van de afzonderlijke indicatoren in Hoofdstuk 4 van het rapport. Daarnaast zijn enkele algemene aanbevelingen gedaan aan de overheid en de VO-raad.

Bekijk ook de factsheet 3x aan de slag als schoolleider. Zo kun je leraren beter ondersteunen vanuit het personeelsbeleid.>>