We hebben hard aan het paard getrokken
In het begin had de werkgroep moeite om het professioneel statuut vorm te geven. ‘’Op school vonden de collega’s het geen belangrijk onderwerp,’’ aldus Els Hubers. ‘’Het zei ze eigenlijk ook maar weinig.’’
Het kostte veel moeite hen van het belang te overtuigen. ‘’Ze vinden het prachtig dat wij dit oppakken, maar het leeft niet,’’ aldus Jeanine van der Leun. Terwijl ze van alles probeerden om het wel levend te krijgen. Ze hebben het in de plenaire bijeenkomsten aan de orde gesteld en een klankbordgroep ingesteld. ‘’Daar kwamen collega’s braaf naartoe, maar ze reageerden nauwelijks en dachten niet met ons mee.’’ Ook hielden ze een enquête onder hun veertig collega-docenten en de tien overige personeelsleden. Els Hubers: ‘’Daarop kwamen twee reacties, waar we weinig aan hadden. Dat was jammer.’’ ‘’Maar wel begrijpelijk,’’ vindt Jeanine van der Leun. ‘’De collega’s zijn niet ongemotiveerd, maar zijn gewoon heel druk met hun eigen dingen. Ook heeft het gewoon tijd nodig, omdat het nieuw en dus onbekend is binnen de organisatie. Dan krijg je niet direct de handen op elkaar voor weer een nieuw document.’’ Els Hubers: ‘’We hebben hard aan het paard getrokken, maar collega’s reageerden nauwelijks. Uiteindelijk dachten wij: geen bericht is goed bericht.’’
Schoolleiding
Ook de schoolleiding was niet direct betrokken, dus ging de werkgroep vooral haar eigen gang. Els Hubers: ‘’Dat kwam vooral doordat er een fusie gaande was. De directeur wist dat wij hiermee bezig waren, maar zij was druk met de samenvoeging. Inmiddels is deze directeur toegetreden tot het bestuur van de scholengroep. We hebben nu een interim-directeur. Hij houdt de gang van zaken in de gaten en heeft ook ons professioneel statuut gezien.’’ Overigens heeft het MT het wel besproken. ‘’En die vinden het goed, vooral omdat we dicht bij de werkelijkheid zijn gebleven,’’ zegt Els Hubers.
Workshop
De werkgroep moest het dus vooral zelf uitvinden. Daarvoor lazen ze vooral wat er over het onderwerp was geschreven. Twee werkgroepleden bezochten een bijeenkomst van Voion en Jeanine van der Leun woonde bovendien in mei 2018 een workshop over het professioneel statuut bij. ‘’Daar merkte ik dat het op elke school anders leeft,’’ aldus Van der Leun. ‘’Soms is er veel, soms weinig enthousiasme. Ik kreeg er eigenlijk niet de informatie die ik zocht. Pas toen iemand van de onderwijsbond onze school bezocht in verband met de fusie en ik toevallig met haar in gesprek raakte, kregen we tips en adviezen die wij voor onze kleine school konden gebruiken.
’’Een van haar tips was gewoon te beginnen met opschrijven waar de werkgroep mee bezig is en wat zijzelf belangrijk vindt. Els Hubers: ‘’Dat was een andere aanpak. Als mensen geen behoefte hebben aan meer zeggenschap, dan hebben ze kennelijk genoeg zeggenschap. Dus als wij opschrijven hoe we dingen geregeld willen hebben op school en wat wij als verbeteringen voor school en de individuele zeggenschap van leraren zien, dan hebben we een goed professioneel statuut. Zo zijn we dicht bij onze eigenlijk werkelijkheid gebleven. We hadden al een overleg met vakgroepen, dat hebben we nu geformaliseerd en ook aangegeven waarover dit beraad advies kan geven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de keuze van leermiddelen, over het omgaan met conflicten met leerlingen of ouders, het plannen van vakgroepoverleg, professionalisering van de docenten en de inrichting van lokalen.’’