Binnen LVO Maastricht werkt de schoolbrede insteek van het traject heel goed, merkt Gèr Stassen: “Alle geledingen binnen de scholen worden betrokken. We willen voorkomen dat we het mooi op papier hebben, maar het in de praktijk niet goed geborgd is of draagvlak mist. Dan moet het veiligheidsbewustzijn op elk niveau optimaal zijn. Ik vind het heel positief dat de stem en het perspectief van leerlingen in ons veiligheidsbeleid een steeds duidelijker rol speelt. We horen graag hoe zij de veiligheid ervaren. Daarom hebben binnen LVO Maastricht bijvoorbeeld een eigen audit uitgevoerd.”
Audit
De voorlaatste stap in het traject is een audit door een externe partij, om in kaart te brengen in hoeverre de school een structureel en duurzaam veiligheidsbeleid voert. Die ‘blik van buiten naar binnen’ komt in dit geval van Bureau Credo en M&O-groep. Een deel van de audit bestaat uit gesprekken met medewerkers, leerlingen, ouders en externe partners over hun beleving van veiligheid en betrokkenheid bij het veiligheidsbeleid. Gèr Stassen (LVO Maastricht): “Wat kun je beter gebruiken dan de kennis en kunde van je ketenpartners? De audit geeft onze scholen op een onafhankelijke en objectieve manier inzicht in hun veiligheidsbeleid.” Johan Vermeulen (Bureau Credo): “De audits laten zien of wat scholen op papier hebben, ook echt geregeld is en gedaan wordt. Er zijn talloze dingen waaraan je als school kunt zien of datgene wat je hebt afgesproken nog klopt, of er veranderingen zijn of nodig zijn: de RIE, incidenten, klachten, tevredenheidsonderzoeken, maar ook signalen van partners. En met een cyclische evaluatie wordt het onderhoud van je veiligheidsbeleid vanzelfsprekend en kost het veel minder tijd. Je hoeft geen brandjes meer te blussen.”
Certificering
Scholen die de audit met goed gevolg doorstaan, ontvangen van een onafhankelijke certificeringscommissie ten slotte het certificaat ’Veilige School’. Dit bevestigt dat de school alle aspecten van het veiligheidsbeleid op orde heeft, dat professionaliteit en deskundigheid op orde zijn, en dat de school al het nodige heeft gedaan om – in geval van een incident of calamiteit – adequaat te kunnen handelen. Zo’n certificaat biedt vooral rust en zekerheid – aan management, docenten, leerlingen, ouders en aan de partners van de school. Het certificaat blijft telkens twee jaar geldig, waarna een nieuwe audit volgt. Gèr Stassen: “Die frequentie stimuleert een goede borging bij onze scholen. Het houdt ons bij de les, en creëert een structurele samenhang tussen organiseren en uitvoeren.” Ook hier komen het regionale basiskader veiligheid en de gecreëerde helderheid over namen en rugnummers goed van pas, vertelt Stassen: “Als iets tussentijds niet lekker loopt, weten we bij wie we moeten zijn. Scholen en kernpartners vormen hierin één geheel.”
Effect
Hoewel binnen de school een beperkte werkgroep de kar trekt richting certificering, merkt Stassen dat het binnen heel LVO Maastricht steeds meer gaat leven: “Iedereen wil graag een veilige school, dat was altijd al de intentie. Maar binnen de organisatie groeit het besef wat dan noodzakelijk is om die veiligheid te borgen. Dit gezamenlijke traject heeft daar naar mijn gevoel versnelling in gebracht. Vreemde ogen dwingen en de uitkomsten van de audits maken nieuwsgierig. Ik zie de samenwerking verbeteren. Preventiemedewerkers van verschillende scholen praten meer met elkaar, zijn meer met trends bezig zijn. En mij helpt dit traject om van directies en MT’s de aandacht te krijgen die veiligheid en arbo in het algemeen verdienen.” Johan Vermeulen, een van de ontwikkelaars van het traject, is blij met het enthousiasme van de scholen en kernpartners: “Zeker omdat scholen al zo hard aan veiligheid werken, is het fijn om te weten of dat werk ook de juiste vruchten afwerpt. En als je het certificaat in ontvangst mag nemen, kun je daar echt gerust op zijn.”