De eerste stap: klein beginnen
Hoe krijgen P&O’ers
strategische vraagstukken in hun organisatie op de agenda? Ook daar staat het
oriëntatieprogramma bij stil. Voor Elvire Janssen speelt die vraag niet. Wel weet
zij door de cursus hoe ze bij de GSF met de strategische personeelsplanning aan
de slag wil gaan.
Personele vraagstukken op de agenda krijgen, is voor Janssen
geen punt. Leidend is wat in het strategisch beleidsplan staat. Daarbij krijgt
zij van het college van bestuur van de GSF alle ruimte om eigen plannen voor te
leggen. Om voeling te houden met de praktijk, komen zijzelf en de twee
P&O-adviseurs regelmatig op de scholen. Voor een regulier overleg met de
rector of een managementteam of voor gesprekken ‘met de benen op tafel’, waarin
ze aftasten wat op de scholen leeft.
Verdiepingsprogramma
Met de strategische personeelsplanning gaat Janssen klein beginnen. Eerst wil ze
met één rector om de tafel.
“Aan de hand van de cijfers
en de ambities die hij heeft gaan we kijken hoe we het plaatje compleet kunnen
maken, zodat hij er over vijf jaar nog steeds zo goed bij zit. Dat wil ik
eigenlijk met die anderen ook, maar ik moet bij iemand beginnen.” Vraagstukken
kunnen al snel te groot worden, is Janssens ervaring, ‘klein werkt het beste.’
Samen met deze rector wil ze zich ook inschrijven voor de het
verdiepingsprogramma strategische personeelsplanning.
Vanuit de kennis die ze zo opdoet, wil ze 1-op-1-gesprekken hebben met de
andere rectoren. Daarna volgen ongetwijfeld besprekingen in de werkgroep
personeel, die eenmaal per maand bij elkaar komt. Daarin zit van elke school de
rector of plaatsvervangend rector die personeel in z’n portefeuille heeft. Bij
besluiten worden zaken voorgelegd aan het Centraal MT en de GMR.
Actiever meedenken
Daarnaast kan strategische personeelsplanning helpen bij de verdere
professionalisering van de P&O-adviseurs, denkt Janssen. “Als afdeling P&O
ondersteunen wij natuurlijk het onderwijsproces. We verzamelen kennis, maken
beleid, ondersteunen de scholen, maar als adviseur moet je verder gaan dan alleen reageren als er een
vraag is, actiever met de scholen bezig zijn. Niet alleen ad hoc meedenken, maar
voor de langere termijn.”