GP Kees Winkelman 7117 LR 1600

Nieuws

Nieuwe arbeidsmarktcijfers voor uw regio

woensdag 14 augustus 2024 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

Landelijk is het aantal leraren in de afgelopen 5 jaar (2019-2023) met 2,3 procent gestegen, maar er is veel verschil tussen de regio’s. Hoe is de ontwikkeling van het aantal leraren in uw regio? En van de leeftijd, de functie en aanstellingsomvang van het personeel? Op basis van gegevens van DUO hebben we nieuwe arbeidsmarktanalyses gemaakt en toegevoegd aan Regio in beeld op onze website.

Ontwikkeling aantal leraren
Voor de regio’s Zeeland en Flevoland geldt een daling van het aantal leraren over de afgelopen vijf jaar. Terwijl steden als Amsterdam en Utrecht juist een toename kennen die groter is dan het landelijk gemiddelde van 2,3 procent. Vooral de percentuele stijging in Utrecht (25 procent ten opzichte van 2019) valt op.

Leeftijd leraren
De aankomende jaren zullen veel oudere leraren met pensioen gaan, ongeveer 27 procent van alle leraren is namelijk 55 jaar of ouder. In sommige regio’s is het aandeel leraren dat 55 jaar of ouder is groter, bijvoorbeeld in Friesland (gemiddeld 29 procent), Zeeland (gemiddeld 29 procent) en Limburg (gemiddeld 29 procent). In sommige regio’s zijn de leraren jonger. Zo is in regio Utrecht, inclusief de stad Utrecht, 26 procent van de leraren ouder dan 55 jaar.

Aanstellingsomvang
In het voortgezet onderwijs wordt relatief veel in deeltijd gewerkt. Het aandeel personeel met een contract kleiner dan 0.8 fte varieert in de verschillende arbeidsmarktregio’s tussen de 19 en 33 procent. In sommige regio’s werkt het personeel dus gemiddeld meer uren dan in andere regio’s. In Limburg werken leraren relatief het meest in voltijd aanstellingen (> 0,8 fte); hier heeft 78 procent van de leraren een contract groter dan 0,8 fte. De meeste deeltijdaanstellingen (< 0,8 fte) zijn er in de regio’s Flevoland (22 procent) en de stad Den Haag (24 procent).

Functie van het personeel
De samenstelling van het personeel zegt iets over de manier waarop het onderwijs is georganiseerd. Het aandeel leraren varieert in de verschillende arbeidsmarktregio’s tussen de 64 en 83 procent en het aandeel onderwijsondersteunend personeel tussen de 16 en 34 procent. De laatstgenoemde groep maakte het jaar daarvoor (in 2022) tussen de 21 en 33 procent uit van het onderwijspersoneel. Je ziet dus dat de verschillen verder uiteenlopen. Het aandeel directieleden fluctueert tussen 1 en 5 procent.