Landelijk is het aantal leraren in de afgelopen 5 jaar (periode 2018 tot en met 2022) met 0.7 procent gestegen, maar er is veel verschil tussen de regio’s. Benieuwd naar de cijfers voor uw regio? Regio in beeld is geactualiseerd met cijfers over het aantal leraren, de leeftijd van het personeel, de aanstellingsomvang en de functie.
Regionale verschillen aantal leraren
Voor onder andere de regio’s Limburg en Flevoland geldt een daling van het aantal leraren, terwijl steden als Amsterdam en Utrecht juist een toename kennen die groter is dan het landelijk gemiddelde. Vooral de percentuele stijging in Utrecht (20% ten opzichte van 2018) valt op.
Veel oudere leraren met pensioen
Naar verwachting zullen de aankomende jaren veel oudere leraren met pensioen gaan, ongeveer 28 procent van alle leraren is namelijk 55 jaar of ouder. In sommige regio’s is het aandeel leraren dat 55 jaar of ouder is groter, bijvoorbeeld in Groningen (gemiddeld 31%), Gelderland-Zuid (gemiddeld 30%), en Flevoland (gemiddeld 30%). In sommige regio’s is het lerarenkorps jonger. Zo is in regio Utrecht, inclusief de stad Utrecht, 25 procent van de leraren ouder dan 55 jaar.
Relatief veel deeltijd
In het onderwijs wordt relatief veel in deeltijd gewerkt. Het aandeel personeel met een contract kleiner dan 0.8 fte varieert in de verschillende arbeidsmarktregio’s tussen de 20 en 33 procent. In sommige regio’s werkt het personeel dus gemiddeld meer uren dan in andere regio’s. In Limburg werken leraren relatief het meest in voltijd aanstellingen (> 0,8 fte); hier heeft 77% van de leraren een contract groter dan 0,8 fte. De meeste deeltijdaanstellingen (< 0,8 fte) zijn er in de regio’s Utrecht (32%), Gelderland-Noord (31%) en Gelderland-Zuid (31%).
Samenstelling van het personeel
De samenstelling van het personeel zegt iets over de manier waarop het onderwijs is georganiseerd. Het aandeel leraren varieert in de verschillende arbeidsmarktregio’s tussen de 62 en 78 procent en het aandeel onderwijsondersteunend personeel tussen de 21 en 33 procent. De laatstgenoemde groep maakte vorig jaar tussen de 21 en 29 procent uit van het onderwijspersoneel en is dit jaar dus gegroeid. Het aandeel directieleden fluctueert tussen 1 en 6 procent.
Zelf aan de slag?
Wilt u ook inzicht in de personeelsontwikkeling op regionaal-, bestuurs-, school-, vestigings- of teamniveau voor de komende jaren? Ga dan aan de slag met het Scenariomodel-VO.