In een recent onderzoek heeft Voion de deeltijdfactor van medewerkers in het voortgezet onderwijs onder de loep genomen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de omvang van de werkweek van leraren en ander onderwijspersoneel sterk verschilt en afhankelijk is van persoons-, baan- en gezinskenmerken.
Uit het onderzoek, dat gebruikmaakt van CBS-gegevens, blijkt dat in alle functies mannen gemiddeld meer fte werken dan vrouwen. Ook blijkt dat de werkweek van mannen toeneemt naarmate ze ouder worden tot een leeftijd van 65 jaar, terwijl de werkweek van vrouwen redelijk stabiel blijft. Medewerkers met een vast contract werken beduidend meer fte dan medewerkers met een tijdelijk contract. Bij vaste contracten is het verschil tussen mannen en vrouwen het grootst.
Ook gezinskenmerken spelen een rol. Vrouwen met een partner of kinderen werken gemiddeld minder, terwijl mannen in dezelfde situatie vaak hetzelfde aantal fte blijven werken of zelfs meer. Bovendien is de werkweek bij vrouwen gemiddeld lager naarmate er meer kinderen in het huishouden zijn, terwijl bij mannen de werkweek juist licht hoger uitkomt. .
Het onderzoek laat zien dat jonge medewerkers onder de 25 jaar en medewerkers met tijdelijke contracten de laagste deeltijdfactor hebben. Deze groepen lopen vaak het risico vroegtijdig uit te stromen. Scholen zouden daarom kunnen overwegen om met gericht beleid deze medewerkers beter te ondersteunen en de deeltijdfactor te verhogen.
Het rapport benadrukt het belang van gesprekken op schoolniveau om in te spelen op de individuele behoeften van medewerkers. Hulpmiddelen zoals de gesprekstool ‘In gesprek over de deeltijdfactor’ kunnen hierbij ondersteunen.
Meer weten?
Lees het volledige onderzoekrapport of download de gesprekstool met een samenvatting van de onderzoeksresultaten.
Meer informatie om over de deeltijdfactor in gesprek te gaan>>