Gisteren presenteerde Koning Willem-Alexander tijdens de jaarlijkse troonrede het regeringsbeleid voor het komende jaar. Dit beleid bouwt voort op het regeerprogramma van het kabinet-Schoof, dat vorige week is gepresenteerd. Op het gebied van sociale zekerheid ligt de focus op werkzekerheid, het reguleren van arbeidsmigratie en het verlichten van de belastingdruk. Lees verder voor de belangrijkste wijzigingen voor werkgevers.
Het regeerprogramma is gebaseerd op het hoofdlijnenakkoord van mei, waarin de regeringspartijen PVV, VVD, NSC en BBB afspraken hebben gemaakt over belangrijke hervormingen. De belangrijkste wijzigingen voor werkgevers zijn als volgt:
- Vereenvoudiging WIA
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) wordt aangepast en vereenvoudigd. De nadruk verschuift van medische beoordelingen naar re-integratie. Er komt meer harmonisatie in de regelingen voor verschillende groepen werkenden.
- Afschaffing compensatie transitievergoeding
Tot 1 juli 2026 ontvangen werkgevers compensatie voor de transitievergoeding bij ontslag van werknemers die twee jaar ziek zijn geweest. Na deze datum geldt de compensatie alleen nog voor kleine werkgevers (minder dan 25 werknemers). Grotere werkgevers zullen geen compensatie meer ontvangen.
- Bezuinigingen op WW
Het kabinet werkt aan voorstellen om de Werkloosheidswet (WW) en de Toeslagenwet te vereenvoudigen en te bezuinigen op de WW.
- Handhaving Sociale Zekerheid
Met het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid wordt een recht op vergissen geïntroduceerd en het handhavingsbeleid herzien.
- Stijging premies Aof en Whk
a. Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof): Kleine werkgevers betalen vanaf 2025 een premie van 6,35% (in 2024: 6,18%), terwijl grote werkgevers 7,58% (in 2024: 7,49%) betalen.
b. Werkhervattingskas (Whk): De gemiddelde premie voor de Whk, die uitkeringen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten en Ziektewet-uitkeringen financiert, wordt voor 2025 vastgesteld op 1,33%.
- Wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid
Dit voorstel stelt eisen aan goed werkgeverschap van po, vo en mbo instellingen en vult dat nader in. Het strategisch personeelsbeleid dient de volgende aspecten te bevatten:
1) afstemming op externe ontwikkelingen,
2) afstemming van het personeelsbeleid op onderwijskundige visie, ambitie en doelen,
3) duurzame inzetbaarheid,
4) professionele ontwikkeling en
5) planmatige uitvoering door leidinggevenden. Het beoogt meer vaste contracten (min. 80% van de formatie) te bieden en beperking van externe inhuur (max. 5% van de personele bekostiging). Het voorstel beoogt bij te dragen aan kwalitatief goed onderwijs en wordt begin 2025 aan de Tweede Kamer aangeboden.
- Mantelzorgverlof
Het kabinet werkt aan een betere bekendheid van het recht op flexibel werken voor mantelzorgers. Het verlofstelsel wordt administratief vereenvoudigd en kort- en langdurend zorgverlof worden samengevoegd tot één mantelzorgverlof. De SER wordt gevraagd om advies te geven over een toekomstbestendige combinatie van werk en mantelzorg.
- Meer uren
Om personeelstekorten in sectoren zoals zorg, kinderopvang en onderwijs aan te pakken, wil men drempels wegnemen, zodat het aantal gewerkte uren wordt vergroot. Dit moet helpen bij het verbeteren van toegang tot zorg en onderwijs en bijdragen aan een hogere arbeidsparticipatie.
- Arbeidsmigratie
Er komt een nieuwe aanpak voor arbeidsmigratie en van malafide uitzendbureaus.
- Kennismigrantenregeling
Er komt een onderzoek naar de effectiviteit en aanscherping van de kennismigrantenregeling.
- Arbeidsmarktkrapte
De kwaliteit van werk wordt verhoogd door eerlijke lonen en goede arbeidsomstandigheden.
- Verdienvermogen
Het ondernemingsklimaat wordt verbeterd en de regeldruk verminderd.
- Kinderopvangtoeslag
Er komt een nieuw financieringsstelsel voor kinderopvang met inkomensonafhankelijke vergoeding.
- Vervoerskostenaftrek
De aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit wordt vereenvoudigd.
- Autobelastingen
De autobelastingen en het mobiliteitsbeleid wordt hervormd, met nieuwe tariefkorting voor emissievrije auto’s vanaf 2026.
Deze maatregelen hebben directe impact op werkgevers en zijn gericht op het verbeteren van de sociale zekerheid en arbeidsmarkt in Nederland.
