De Raad van State heeft haar advies over het wetsvoorstel ‘Vrij en veilig onderwijs’ gepubliceerd.
De regering beoogt de veiligheid op scholen verder te versterken. Het wetsvoorstel ‘Vrij en veilig onderwijs’ voorziet (onder meer) in uitbreiding van de veiligheidsmonitor tot alle leerlingen en het onderwijspersoneel, een uitbreiding van de meld- overleg- en aangifteplicht seksuele misdrijven, een registratie- en meldplicht voor veiligheidsincidenten, een verplichtstelling van vertrouwenspersonen, een herziening van het klachtenstelsel en een jaarlijkse evaluatieplicht van het veiligheidsbeleid.
De Raad van State onderstreept in haar advies het belang van een veilige schoolcultuur, waarin men open kan praten over wat gewenst is en wat niet en waar grenzen liggen. Het versterken van veiligheid op school kan niet zonder aandacht voor deze veilige schoolcultuur, zo schrijft de Raad. En met het wetsvoorstel – waarbij de focus ligt op administreren, monitoren, melden en controleren – bestaat volgens de Raad van State het risico dat de school vooral bezig gaat het met voldoen aan de procedurevoorschriften en dat er juist minder ruimte, tijd en aandacht overblijft voor dit open gesprek.
Daarnaast wijst de Raad van State erop dat de maatregelen uit het wetsvoorstel de vrijheid van inrichting beperken en leiden tot een toename van wettelijke verplichtingen voor scholen en overlap met Arbowetgeving. Ook wordt gewezen op een gebrek aan uitwerking van passende en specifieke maatregelen en waarborgen voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens.
Daarom adviseert de Raad van State de staatssecretaris van OCW het wetsvoorstel in de huidige vorm niet in te dienen bij de Tweede Kamer. Eerst dient per maatregel alsnog te worden onderzocht hoe deze maatregel effectief bijdraagt aan een veilige schoolcultuur, proportioneel is in het licht van de vrijheid van inrichting en opweegt tegen de administratieve lasten voor scholen en onderwijspersoneel.