Eind vorig jaar maakte de overheid bekend dat de invoering van de nieuwe pensioenkeuze ‘bedrag ineens’ op zijn vroegst in zou gaan op 1 januari 2025. De behandeling van het wetsvoorstel staat gepland voor week 25. Echter, pensioenuitvoerders hebben na instemming van het parlement minimaal zes, bij voorkeur negen maanden nodig om deelnemers adequaat en tijdig te informeren, zoals uiteengezet in de standpuntnotitie van de Pensioenfederatie.
Met een invoeringsdatum van 1 januari 2025 is een termijn van negen maanden in ieder geval onhaalbaar. Maar zelfs een termijn van zes maanden, na goedkeuring in de Eerste Kamer, lijkt aan de krappe kant. Hierdoor komt de beoogde invoeringsdatum van 1 januari 2025 in gevaar en lijkt verdere vertraging van de invoering van de keuzemogelijkheid van een bedrag ineens zeer waarschijnlijk.
Daarbij heeft de Pensioenfederatie gewaarschuwd voor de grote risico's die ontstaan door het ontbreken van een adequaat flankerend beleid. Dit zou met name financieel kwetsbare groepen treffen vanwege de gevolgen voor toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen. Dit standpunt wordt onder meer gedeeld door NSC.
Wat houdt bedrag ineens in?
Met het bedrag ineens kunt u een deel van uw opgebouwde ouderdomspensioen in 1 keer laten uitbetalen. Dit kan alleen op het moment dat u met pensioen gaat. Hierbij geldt een maximum bedrag van 10% van uw opgebouwde ouderdomspensioen. U ontvangt dit bedrag op uw pensioendatum. Het opnemen van een bedrag ineens betekent wel dat u daarna elke maand een lagere pensioenuitkering krijgt. Ook kan het gevolgen hebben voor uw belastingaangifte of toeslagen die u misschien ontvangt, zoals huurtoeslag.
Het is duidelijk dat verdere discussies en mogelijke aanpassingen nodig zijn voordat een beslissing kan worden genomen over de invoering van het bedrag ineens bij pensioenregelingen.