Eerder dit jaar stelde voormalig onderwijsminister Wiersma diverse maatregelen voor ter verbetering van de (sociale) veiligheid op scholen. Er kwam een wijzigingsvoorstel van de wet ‘Vrij en veilig onderwijs’ en van het ‘Besluit monitoring funderend onderwijs’ tot stand. Het gaat om voorstellen, er is nog géén sprake van nieuwe regelgeving. Tot zondag 24 september kon er via twee internetconsultaties op de voorgestelde wijzigingen in wet- en regelgeving worden gereageerd.
Wat houdt het wetsvoorstel in?
Het doel van de wijzigingsvoorstellen is het verbeteren van de veiligheid op school. Daarbij moeten scholen meer doen om onveilige situaties in beeld te brengen en ze te voorkomen. De Onderwijsinspectie krijgt meer informatie over onveilige situaties van leerlingen én werknemers en er komen regels voor de klachtenafhandeling binnen school. Tenslotte moeten scholen jaarlijks hun veiligheidsbeleid beoordelen in het licht van de kennis die zij op het gebied van (on)veiligheid hebben opgedaan.
Voor wie
De wet is voor iedereen die op school zit of aan een instelling studeert. Maar ook voor ouders van leerlingen, personeel van een school of instelling of andere contactpersonen van een school of instelling.
Wat verandert er
Met het wetsvoorstel worden de volgende aanpassingen gedaan in de wet veiligheid op school:
- Scholen krijgen de plicht om de jaarlijkse monitor van de veiligheidsbeleving van leerlingen op school uit te breiden.
- Scholen krijgen de plicht om de veiligheid van hun personeel in beeld te krijgen. Bevoegde gezagen hebben op grond van de Arbowet reeds de verplichting om beleid te voeren, gericht op voorkoming en, indien dat niet mogelijk is, beperking van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Op grond van deze regelgeving moet het bevoegd gezag ook zicht houden op de veiligheidsbeleving van het onderwijspersoneel. Het wetsvoorstel beoogt regels te stellen voor een integraal veiligheidsbeleid voor school. Daarbij zullen, net als voor de monitoring van de veiligheidsbeleving van leerlingen, ook specifieke eisen worden gesteld aan de monitoring van het onderwijspersoneel. Zo zullen in ieder geval regels worden gesteld over de inhoud van de monitor, de doelgroep, de frequentie waarmee de monitor wordt afgenomen en het toezenden van de resultaten aan de Onderwijsinspectie. Indien de resultaten van de monitor daar aanleiding toe geven, kan de Onderwijsinspectie op haar beurt een signaal geven aan de Nederlandse Arbeidsinspectie. Die kan dat signaal vervolgens meenemen in haar risicogericht toezicht.
- Scholen krijgen de plicht om onveilige situaties die zich bij hun op school voordoen bij te houden in hun administratie (registratieplicht).
- Scholen krijgen de plicht om ernstige onveilige situaties te melden bij de Onderwijsinspectie. Onderwijspersoneel heeft nu al de plicht om een melding te maken bij het schoolbestuur wanneer zij vermoeden dat er sprake is van seksueel misbruik. Deze plicht wordt uitgebreid naar seksuele intimidatie. Wanneer schoolbesturen zo’n vermoeden hebben, hebben zij de plicht om in gesprek te gaan met de vertrouwensinspecteur om te bepalen of het gaat om een strafbaar feit. Deze plicht om te overleggen met de vertrouwensinspectie wordt ook uitgebreid naar seksuele intimidatie. De aangifteplicht die besturen nu al hebben, wanneer uit het overleg komt dat er mogelijk sprake is van seksueel misbruik geld alleen voor gevallen dat het een minderjarige betreft. De bovenstaande plichten en ook de aangifteplicht voor seksueel misbruik worden uitgebreid naar meerderjarigen. De uitbreiding van de aangifteplicht van seksueel misbruik naar meerderjarigen zal ook van toepassing zijn in het hoger onderwijs en het mbo.
- Scholen krijgen de plicht een vertrouwenspersoon te hebben. Tenminste één binnen de school en één buiten de school.
- Scholen krijgen de plicht om aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie. Deze commissies geven een oordeel of een klacht terecht is en geven advies over hoe de klacht opgelost kan worden.
- Scholen krijgen de plicht om hun veiligheidsbeleid jaarlijks te evalueren en, indien nodig, bij te stellen.
Lees het wetsvoorstel ‘Vrij en veilig onderwijs’ >>
Bron: