Bovenbestuurlijke samenwerking bij de inzet van personeel: welke vormen zijn er zoal?
Bovenbestuurlijke samenwerking bij de inzet van personeel kan om verschillende redenen wenselijk zijn. Voor medewerkers kan het de mogelijkheid bieden om in een andere omgeving ervaring op te doen, een groter dienstverband aan te gaan of meer mogelijkheden te krijgen voor professionalisering en ontwikkeling. Voor scholen en besturen kan het bijdragen aan meer flexibiliteit, het bieden van betere arbeidsvoorwaarden en het voorkomen van tijdelijke inhuur.
Er zijn verschillende vormen waarin bovenbestuurlijke afspraken vorm kunnen krijgen. We benoemen hieronder de varianten.
Meer weten? Lees ook de handreiking ‘Regionaal samenwerken is de moeite waard. Handreiking regionale samenwerking op personeelsgebied’.
Dubbele betrekking - Bij een dubbele betrekking wordt een medewerker aangesteld bij twee of meerdere scholen tegelijkertijd. De medewerker krijgt bij iedere school een parttime arbeidsovereenkomst. De samenwerking bestaat eruit dat scholen onderling zo goed mogelijke afspraken maken om deze dubbele betrekking praktisch en logistiek zo soepel mogelijk te laten verlopen voor de medewerker.
Detachering - Via detachering kan een medewerker van een school tijdelijk worden uitgeleend aan een andere school. Ook kan detachering ingezet worden voor mobiliteit van personeel uit een regionale pool (zie hierna). Bij detachering behouden medewerkers hun arbeidsovereenkomst en rechtspositie. Dat bestuur blijft dus de werkgever van de medewerker. Besturen leggen hun afspraken vast in een deelnemersovereenkomst. De medewerker maakt afspraken met het eigen bestuur in een detacheringsovereenkomst. Ook een regionale pool werkt op basis van detachering: een medewerker blijft in dienst van het eigen bestuur en is op basis van vrijwilligheid inzetbaar voor andere besturen.
Centrale aanstelling – Medewerkers kunnen in dienst komen bij een aparte rechtspersoon, bijvoorbeeld een centrale dienst of een Regionaal Mobiliteitscentrum (die de rechtsvorm van een stichting, vereniging of coöperatie kan hebben). Een dergelijke organisatie richt zich op het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de goede gang van zaken van het onderwijs, bijvoorbeeld op het gebied van personeelsadministratie, of werving, matching, mobiliteit en professionalisering. De schoolbesturen dragen deze diensten over aan de centrale dienst. Ook de medewerkers die met deze activiteiten bij de schoolbesturen belast zijn, gaan dan over naar de centrale dienst. Dit zijn meestal coördinatoren. In theorie kunnen ook docenten hier in dienst worden genomen en vervolgens naar verschillende scholen worden gedetacheerd. Dit komt in de praktijk niet veel voor, er kleeft namelijk een btw-risico aan. Het is verstandig om de fiscale consequenties van tevoren af te stemmen met de belastingdienst.