In de wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs van 11 maart 2015 (artikel 6) heeft de overheid voor het voortgezet onderwijs een standaard urennorm per opleiding vastgesteld.
De school mag deze onderwijstijd zelf verdelen over alle leerjaren. Hierdoor is er veel ruimte voor een flexibel onderwijsprogramma en maatwerk per leerling, zolang leerlingen maar minimaal 189 dagen per schooljaar onderwijs krijgen.
Flexibiliteit en maatwerk
In het belang van de leerling mag een school van de standaard urennorm afwijken; naar boven maar ook naar beneden. Zo hebben scholen de ruimte en flexibiliteit om het onderwijs anders in te richten of om een aangepast programma aan te bieden aan bijvoorbeeld excellente leerlingen of leerlingen met een leerachterstand.
De school kan op verschillende manieren maatwerk bieden, zoals:
Op de site van de VO-raad vindt u een schema met maatwerkmogelijkheden.
Daarnaast is er op schoolniveau ook veel ruimte om eigen keuzes te maken, bijvoorbeeld over:
Welke activiteiten gelden als onderwijstijd?
Scholen kunnen eigen keuzes maken over de inrichting, vormgeving en planning van het onderwijs. Zo kunnen ze onderwijstijd inzetten voor traditioneel klassikaal onderwijs, maar ook voor stages of projecten bij bedrijven of maatschappelijke organisaties, om leerlingen colleges te laten volgen aan een universiteit, voor e-learning, afstandsonderwijs of voor onderwijs op leerpleinen.
Er zijn drie voorwaarden voor activiteiten om als onderwijstijd te gelden:
De school moet duidelijk aangeven wanneer en voor welke activiteiten leerlingen op school worden verwacht en wanneer afwezigheid eventueel geoorloofd is.
Meer informatie