VOION Haganum 2144

Publicaties

Adviesrapport aanpak leerlingendaling voortgezet onderwijs

maandag 11 maart 2019 | Onderwijsarbeidsmarkt

Betreft: Advies over aanpak leerlingendaling en de beleidsreactie van het ministerie van OCW
Uitgevoerd door: Commissie Dijkgraaf
In opdracht van: ministerie van OCW
Publicatiedatum: 15 februari 2019

De Commissie Dijkgraaf heeft in kaart gebracht wat de invloed is van teruglopende leerlingenaantallen in het voortgezet onderwijs en adviseert hoe schoolbesturen beter in staat gesteld kunnen worden zorg te dragen voor een toekomstbestendig onderwijs in de regio. 

Samenvatting adviesrapport:
Demografische ontwikkelingen als ontgroening en verstedelijking kunnen leiden tot grote leerlingendaling in het voortgezet onderwijs. In sommige gebieden is de daling erg hoog, tot wel dertig procent. Omdat de financiering van het voortgezet onderwijs afhankelijk is van het aantal leerlingen, kan leerlingendaling negatieve gevolgen hebben voor de rijkheid van het onderwijsaanbod, de kwaliteit van het onderwijs en de betaalbaarheid. Dit kan ook leiden tot onacceptabele reistijden voor leerlingen. Dit is een urgent probleem met een brede maatschappelijke impact. Het vraagt dus om snel en adequaat ingrijpen van schoolbesturen.

Het is primair een verantwoordelijkheid van schoolbesturen om te zorgen voor een breed onderwijsaanbod, passend bij wat leerlingen nodig hebben. Het is daarbij van belang dat leerlingen in een krimpregio zoveel mogelijk gelijke kansen hebben als leerlingen in dichtbevolkt gebied. Vanuit de verantwoordelijkheid voor het onderwijsstelsel heeft de minister van onderwijs de taak dit te ondersteunen.

De commissie adviseert de minister om schoolbesturen op vier manieren te ondersteunen:

  • door meer informatieverstrekking over de situatie per regio en mogelijke oplossingen voor problemen die zich daar voordoen;
  • door voldoende flexibiliteit in regels en voldoende financiële middelen om tot oplossingen te komen;
  • door expliciet te maken dat bestuurders, toezichthouders en medezeggenschapsraden tijdig moeten optreden om problemen te voorkomen en hen daaraan te houden;
  • en- door een algemene toets op krimpbestendigheid van nieuwe regelgeving, om te voorkomen dat die onbedoelde effecten op het onderwijs in krimpregio’s heeft.

De commissie neemt maatwerk als uitgangspunt voor de oplossingen voor leerlingendaling, om recht te doen aan de verschillen tussen regio’s en de principes van proportionaliteit en subsidiariteit. Van de overheid is om die redenen ook bereidheid nodig om flexibel om te gaan met regels. Schoolbesturen kunnen voor een maatwerkregeling in aanmerking komen op basis van een regionaal plan. Daarbij gaat het niet om het voortbestaan van scholen of schoolbesturen op zichzelf, maar om een rijk onderwijsaanbod voor leerlingen. Flexibiliteit in de handhaving van de regelgeving en extra financiële middelen kunnen worden toegekend als in het plan aangetoond wordt dat dit nodig is voor een goede oplossing. De commissie constateert dat in veel gevallen schoolbesturen tot een oplossing zijn gekomen en nog steeds kunnen komen binnen de bestaande wet- en regelgeving. Maar er zijn zeker situaties waarin maatwerk noodzakelijk is.

De commissie adviseert om de voorgestelde maatregelen snel te nemen, zodat alle leerlingen in Nederland thuis nabij en goed onderwijs kunnen ontvangen, ongeacht de plek waar zij wonen.