Betreft: Onderzoek naar de inzet van onderwijsondersteunend personeel (OOP) in het voortgezet onderwijs
In opdracht van: Het ministerie van OCW
Uitgevoerd door: MOOZ, CAOP en Centerdata
Datum: september 2022
De omvang van het onderwijsondersteunend personeel (OOP) in het voortgezet onderwijs (vo) is de afgelopen jaren toegenomen, en zal waarschijnlijk op korte termijn blijven toenemen. Bij het ministerie van OCW is behoefte aan meer inzicht in de achtergrond en taken van deze groep professionals, alsmede in hun bijdrage aan de onderwijskwaliteit. Ook is er behoefte aan informatie over de uitdagingen die zich voordoen rond de inzet van OOP, inclusief de passendheid van bestaande wet- en regelgeving. Om hier meer zicht in te krijgen heeft het ministerie van OCW een verkennend onderzoek laten uitvoeren door MOOZ, CAOP en Centerdata.
Het onderzoek richt zich uitsluitend op OOP’ers die betrokken zijn bij het primaire onderwijsproces, dat wil zeggen dat ze direct contact hebben met leerlingen doordat ze in de klas en/of op een leerplein aanwezig zijn en daar bijdragen aan het leerproces. Het gaat om de volgende functies: coach (zonder onderwijsbevoegdheid), hybride professional, instructeur, klassenassistent, onderwijsassistent/docentassistent, onderwijs-/leraarondersteuner en technisch onderwijsassistent (toa). De resultaten zijn gebaseerd op administratieve data en een enquête onder schoolleiders en OOP’ers. Ook zijn er verdiepende interviews gehouden met schoolleiders, OOP’ers en docenten.
Onderdelen die aan bod komen in het onderzoek zijn:
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het onderzoek worden de volgende aanbevelingen geformuleerd: