VOION Haganum 2144

Publicaties

De waarde van de Academische Opleidingsschool

vrijdag 17 maart 2017 | Onderwijsarbeidsmarkt

Betreft: een overzichtsstudie met als doel een beeld te geven van de kenmerken, onderzoeksprocessen en beoogde en behaalde opbrengsten van praktijkonderzoek in Academische Opleidingsscholen.
In opdracht van: Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)
Uitgevoerd door: Avans Hogeschool, Fontys en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Datum onderzoek: december 2016

Samenvatting
De eerste academische opleidingsscholen (AOS-en) zijn officieel gestart in 2005. Nu ruim tien jaar later, is er nog weinig overkoepelend onderzoek gedaan naar de organisatie, doelen en opbrengsten van de huidige 33 AOS-en (16 in het po, 16 in het vo en 1 in het mbo). De vraag is of de verbinding tussen onderwijspraktijk, opleiden en onderzoek inderdaad leidt tot krachtige gedragen innovaties.
In opdracht van NRO is daarom een overzichtsstudie uitgevoerd met als doel een beeld te geven van de kenmerken, organisatie- en onderzoeksprocessen én beoogde en behaalde opbrengsten van praktijkonderzoek in AOS-en.

De onderzoeksvraag luidt: hoe wordt in de AOS-en via praktijkonderzoek bijgedragen aan de professionele ontwikkeling van leraren en aan schoolontwikkeling?
In deze reviewstudie is na een literatuurstudie gestart met het interviewen van coördinatoren van in totaal 29 AOS-en. Vervolgens is met behulp van 20 casestudies praktijkonderzoek geanalyseerd op welke wijze deze onderzoekenbijdragen aan schoolontwikkeling.

In het algemeen kan worden geconcludeerd dat de scholen in de AOS-en er steeds beter in slagen duurzame samenwerkingsrelaties te ontwikkelen met elkaar en met de lerarenopleidingen en dat dit leidt tot mooie voorbeelden van praktijkonderzoek, met impact op schoolontwikkeling. Deze onderzoeken hebben, dankzij de grote betrokkenheid van leraren en schoolleiding geleid tot daadwerkelijke verandering van leraar gedrag in de scholen. Tegelijk moet geconstateerd worden dat er heel veel diversiteit is, zowel binnen als tussen AOS-en. Elke AOS heeft een eigen werkwijze ontwikkeld, die aansluit bij de gebruiken en behoeften van de eigen scholen en opleidingen. Uit de voorbeelden blijkt ook dat het niet eenvoudig is om praktijkonderzoek tegelijk te benutten voor het opleiden van studenten als voor professionele ontwikkeling van leraren en schoolontwikkeling.
Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat deze werkwijze nog (lang) niet geborgd is in alle AOS-en en niet in alle scholen binnen elke AOS. Het betreft een cultuuromslag die veel tijd vraagt en die geborgd moet worden in zowel de organisatie als de cultuur van de school.

Hieronder vindt u zowel het eindrapport als de publieksversie voortgezet onderwijs.