VOION Haganum 2144

Publicaties

Eindrapport Tijdelijke en flexibele contracten van leraren in primair en voortgezet onderwijs

donderdag 16 januari 2025 | Onderwijsarbeidsmarkt

Betreft: Onderzoek naar de achtergronden en motieven bij de inzet van tijdelijk en extern personeel in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
Uitgave: ResearchNed Nijmegen
In opdracht van: het ministerie van OCW
December 2024

Het kabinetsbeleid is dat structureel werk, zeker het werk van leraren, in principe in een vast dienstverband wordt verricht. Ook de externe inhuur (zoals zzp-ers en uitzendkrachten) wil het kabinet stevig terugdringen. Een team van leraren in vaste dienst kan de samenwerking in lerarenteams verbeteren en zo ook de onderwijskwaliteit dienen. Ook kan het beroep van leraar aantrekkelijker worden als minder leraren in tijdelijke of flexibele dienst zijn. Anderzijds is er in het onderwijs ook - soms grote - behoefte aan flexibiliteit bij de inzet van personeel, zoals vanwege wisselende leerlingenaantallen of ter overbrugging in het geval van een openstaande vacature. De beoordeling van tijdelijke en flexibele contracten in het onderwijs vergt daarom een gebalanceerde blik.

Het ministerie van OCW heeft aan ResearchNed gevraagd om de achtergronden en motieven bij de inzet van tijdelijk en extern personeel in het onderwijs te onderzoeken. Doel hiervan is om specifieke personele situaties bij besturen te duiden en begrip te krijgen van de verschillen op dit vlak tussen scholen en schoolbesturen en tussen het primair- en voortgezet onderwijs (hierna: po en vo).

Voor dit onderzoek is personele data van DUO benut, zijn diverse betrokkenen (schoolbestuurders, stafmedewerkers en leraren) geïnterviewd en is eerder onderzoek rond dit thema benut.

Trends en stand van zaken tijdelijk personeel

  • In het vo blijft het aandeel tijdelijke contracten in de periode 2014-2020 eerst redelijk stabiel (op 17-18 %) en stijgt het daarna (naar 23% in 2023). In het vo is er vaker dan in het po in het eerste dienstjaar een tijdelijk contract (94% voor instroomjaar 2021) en daarna zakt dit aandeel naar ruim de helft in het tweede dienstjaar en naar ruim een kwart in het derde dienstjaar (voor instroomjaar 2021). Na drie dienstjaren bij dezelfde werkgever daalt in po en vo de groep met een tijdelijke aanstelling tot in principe nul, doordat het aantal verlengingen is begrensd.
  • Tijdelijke contracten komen in het po en vo aanzienlijk vaker voor bij leraren met de volgende kenmerken: nog maar kort in dienst, met een kleine aanstellingsomvang (minder dan 0,5 fte), jonger dan 25 jaar en nog ingeschreven bij een lerarenopleiding. Deze kenmerken hangen onderling sterk samen.

Bekijk het onderzoek voor meer trends en motieven van tijdelijk personeel.

Aanbevelingen
Uit dit onderzoek blijkt per saldo dat specifieke personele situaties bij schoolbesturen en scholen doorgaans goed verklaarbaar zijn door specifieke omstandigheden, die deels buiten de invloedssfeer van het schoolbestuur liggen, zoals een variërende subsidiestroom, en deels binnen de invloedssfeer van schoolbesturen, zoals met name een hoogwaardige personele planning en inzicht in de wensen en voornemens van leraren. Het verlagen van aandelen personeel in tijdelijke dienst en personeel niet in loondienst, is vanwege de diverse onzekerheden en beperkingen niet eenvoudig. Op grond van dit onderzoek is aan te bevelen om dat aan te pakken met een gecoördineerde inzet van schoolbesturen, het ministerie van OCW en sociale partners en van leraren zelf. Die inzet moet er op zijn gericht om onzekerheden voor schoolbesturen te verminderen, de personele planning binnen schoolbesturen waar nodig te verbeteren en de mogelijkheden voor flexibel werken door leraren (die daarvoor openstaan) te vergroten.

Lees voor meer in het onderzoeksrapport Tijdelijke en flexibele contracten van leraren in primair en voortgezet onderwijs | Rapport | Rijksoverheid.nl

Dit rapport is een bijlage bij de Kamerbrief over lerarenstrategie december 2024 >>