Betreft: Een advies aan de regering uit naam van de voltallige Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
Voorbereid en geschreven door: Prof. dr. G.B.M. (Godfried) Engbersen (eerstverantwoordelijk raadslid), Prof. dr. M. (Monique) Kremer (projectcoördinator), Dr. R.C.P.M. (Robert) Went (projectcoördinator), Prof. dr. A.W.A. (Arnoud) Boot (raadslid).
Datum rapport: 2020
Aanleiding
In dit rapport pleit de WRR ervoor om het bevorderen van goed werk de komende tijd als een belangrijke maatschappelijke opdracht te zien, zowel voor de overheid als voor de sociale partners. Mensen werken om geld te verdienen, maar werk geeft ook zelfrespect, een identiteit en het gevoel deel uit te maken van de samenleving. Dat is vooral zo als het werk goed is. Goed werk is hiermee van belang voor de brede welvaart — de kwaliteit van leven — van individuen, voor de economie en voor de samenleving als geheel.
Drie grote ontwikkelingen in de wereld van werk hebben belangrijke gevolgen voor de kwaliteit van werk:
Uit de wetenschappelijke literatuur en internationaal vergelijkende studies worden drie condities voor goed werk gedestilleerd, die passen bij de wensen vanuit de Nederlandse samenleving en de economie. Namelijk:
Nederland, zo blijkt ook uit studies van de OECD en Eurofound, is in Europees perspectief geen voorloper als het gaat om goed werk. Bovendien zijn er grote verschillen tussen mensen, ander andere in opleiding en beroep. De kwaliteit van het werk van publieke professionals neemt af. Daarnaast zijn er een miljoen mensen die aan de slag willen maar geen werk hebben, laat staan goed werk. De drie ontwikkelingen die centraal staan in het rapport, kunnen de kwaliteit van het werk verder onder druk zetten. Dit rapport laat zien dat de toekomst van het werk in Nederland echter niet vastligt of wordt bepaald door globalisering of technologische ontwikkelingen, maar mede afhangt van keuzes en beslissingen op nationaal niveau.
De WRR doet negen aanbevelingen om de grip op geld, werk en leven te vergroten voor iedereen die werkt of dit wil. Bedrijven en instellingen zijn primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van werk. Maar ook de overheid kan en moet het betere werk helpen realiseren, met wet- en regelgeving, met toezicht, subsidies, bij aanbestedingen en als werkgever.
Aanbevelingen voor het betere werk
Grip op geld
1. Voorkom oneerlijke concurrentie tussen werkenden met verschillende contractvormen.
2. Ontwikkel een stelsel van contractneutrale basisverzekeringen en voorzieningen voor alle burgers, een stelsel dat past bij de nieuwe wereld van werk.
3. Vernieuw het actief arbeidsmarktbeleid, onder andere door meer aandacht voor persoonlijke begeleiding.
4. Geef mensen met een uitkering en weinig kans op de arbeidsmarkt een basisbaan.
Grip op het werk
5. Ontwikkel een programmatische aanpak voor goed werk binnen bedrijven en instellingen.
6. Versterk de positie van werkenden binnen arbeidsorganisaties.
Grip op het leven
7. Schep meer mogelijkheden om mensen de keuze te geven hoeveel uren ze willen werken, onder andere door goede kinderopvang en ouderenzorg te bieden en meer werken makkelijker afdwingbaar te maken.
8. Zorg voor langdurige, collectief betaalde verlofregelingen voor zorg en meer zeggenschap over arbeidstijden.
Goed werk
9. Maak de drie condities van goed werk en de verdeling hiervan over de bevolking tot basis van overheidsbeleid en volg deze in de Monitor Brede Welvaart.