VOION Haganum 2144

Publicaties

Kwartiermakersadvies personeelstekort onderwijs

dinsdag 13 december 2022 | Onderwijsarbeidsmarkt

Betreft: advies over het personeelstekort in het onderwijs
In opdracht van: ministerie van OCW
Geschreven door: Lodewijk Asscher, Ber Damen, Ila Kasem, Rochdi Darrazi, Elske Rotteveel en Niels Büller
Uitgave: 13 december 2022

Samenvatting uit het rapport
De personeelstekorten in het onderwijs vormen een fnuikend probleem voor kinderen, leraren en de samenleving. Ondanks alle inspanningen dreigt het tekort verder te groeien. De relatief lage waardering en het weinig positieve imago van het vak spelen hierbij een grote rol. Het probleem wordt verergerd doordat veel leraren het onderwijs voortijdig verlaten. Het is nodig hier met één door iedereen gedragen strategie verandering in te brengen. De aanpak wordt op dit moment gehinderd door versnippering, gebrek aan sturing en gebrek aan solidariteit. In landen met een heel ander onderwijsstelsel als Finland en Singapore, bestaat dit probleem niet. De kwartiermakers adviseren het onderwijsstelsel te herijken vanuit de vraag wat onze kinderen voor onderwijs nodig hebben in de 21e eeuw.

Interventiepakketten
Intussen kan meer bereikt worden door in plaats van losse maatregelen interventiepakketten samen te stellen die bijdragen aan meer nieuwe leraren, meer zij-instromers en meer uren voor mensen die al in het onderwijs werken. Een combinatie van zowel generieke (financiële) als regionale (kinderopvang) maatregelen kan leiden tot veel betere resultaten. Denken vanuit de beroepsgroep is voorwaarde voor succes. De schoolleider en goed HR-beleid zijn dan ook belangrijke factoren bij het optimaal inzetten van de interventiepakketten. Daarvoor is het ook nodig beter zicht te krijgen op de precieze omvang van de tekorten en beter zicht te ontwikkelen op de effecten van het beleid.

Andere organisatiestructuur
De inzet van de interventiepakketten vraagt om een andere organisatiestructuur, zowel in de regio’s als landelijk. De regio’s krijgen de taak en de opdracht het tekort aan te pakken. Zij krijgen de rol om het werven, opleiden, begeleiden en matchen te organiseren. Daartoe nemen zij onderwijspersoneel in dienst dat van de opleiding komt of dat zich via zij-instroom meldt. De regio’s nemen daarmee de risico’s weg van de individuele schoolbesturen om mensen in dienst te nemen die het vak nog moeten leren en ze nemen het risico weg bij nieuwe leraren en ander onderwijspersoneel door een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden en te voorzien in persoonlijke matching en begeleiding. Deze Regio’s voor de Arbeidsmarkt van de Toekomst van het Onderwijs (RATO) worden gevormd door een combinatie van de huidige RAP-regio’s met de SO&P-regio’s. Binnen de RATO’s kan ook de allocatie beter worden geregeld en kan leraren een aantrekkelijker carrièreperspectief geboden worden. Als de school en de leraar elkaar na verloop van tijd bevallen kan het contract worden overgenomen door het betreffende schoolbestuur.

De RATO’s maken hun plannen voor het aanpakken van de tekorten en leggen die voor aan OCW. Om daar een goede op impact gerichte gesprekspartner te bieden wordt binnen OCW een Realisatie Eenheid ingesteld. Die Realisatie Eenheid gaat aanjagen, faciliteren maar ook monitoren en het leren bevorderen. Bovendien kunnen regio’s ook ervaren belemmeringen aan de Realisatie Eenheid meegeven zodat ze daar worden aangepakt. Deze landelijke Realisatie Eenheid faciliteert de regio’s, maar stuurt op de totale impact.

De Realisatie Eenheid bestaat uit een sterke, energieke eenheid binnen OCW met een autonome rol en doorzettingsmacht, met een directe lijn naar de beide bewindspersonen. De Realisatie Eenheid zal zo helpen de zorg en de bureaucratie die nu veelal nog bij scholen ligt, over te nemen. De leidinggevende van de Realisatie Eenheid dient het onderwijs en de Rijksoverheid te kennen en kan wanneer hij of zij wil in de Bestuursraad aanschuiven.

Het advies van de kwartiermakers is zo snel mogelijk de Realisatie Eenheid en RATO’s in te richten zodat de aanpak komend jaar kan gaan werken en zal bijdragen aan het terugdringen van de tekorten.

Dit rapport is een bijlage bij de Kamerbrief lerarenbeleid - december 2022.