Betreft: Een rapportage met relevante en actuele cijfers over leraren en hun arbeidsmarkt
Uitgave: Centerdata
Publicatiedatum: december 2023
Dit rapport beschrijft de eerste landelijke meting van de tekorten in het voorgezet onderwijs (vo). De meting is verricht met behulp van online vragenlijsten waarin vestigingen in het vo naar het tekort aan leraren en schoolleiding wordt gevraagd. Daarbij is zowel naar openstaande als verborgen tekorten gevraagd. Verborgen tekorten zijn tekorten (bij reguliere posities of vervangingen) waarvoor uit nood een (tijdelijke) alternatieve oplossing is gevonden, omdat er geen geschikte bevoegde leraar beschikbaar was.
De resultaten van de meting geven mede door de hoge respons (58%) een goed beeld van de situatie rondom de personeelstekorten in het vo.
Het totaal landelijke gemiddelde tekort aan leraren bedraagt 5,8% van de werkgelegenheid voor leraren. Dit vertaalt zich naar een tekort van ongeveer 3.800 fte. Het gaat daarbij om het totaal van openstaande vacatures en verborgen tekorten, zowel voor reguliere als voor vervangingsposities. De tekorten bestaan voor ongeveer 80% uit tekorten aan leraren op reguliere posities.
Uit de meting blijkt ook dat ongeveer 60% van de tekorten verborgen tekorten zijn. De verborgen tekorten worden in ongeveer tweederde van de gevallen intern ingevuld. Dit gebeurt dan in de meerderheid van de gevallen met een onbevoegde of benoembare.
De tekorten verschillen per onderwijstype:
In het vmbo/havo/vwo zien we daarnaast grotere tekorten in de tweedegraads sector (7,0%) dan in de eerstegraads sector (2,8%).
Tekorten in het vmbo/havo/vwo verschillen per vak. De vakken met de grootste procentuele tekorten (ten opzichte van de werkgelegenheid) zijn Techniek, Informatica, Nederlands, de beroepsgerichte vakken vmbo, NASK, Duits, Wiskunde en Maatschappijleer. Gemeten in fte zijn de grootste tekorten te vinden bij Nederlands, Wiskunde en beroepsgerichte vakken vmbo.
Merk op dat in het onderhavige onderzoek ook openstaande vacatures en andere vormen van verborgen tekorten zijn gemeten. Zo is in het IPTO-onderzoek bijvoorbeeld zichtbaar dat het vak Duits relatief vaak bevoegd wordt gegeven, maar in de tekortmeting komt het met 6,8% totaal tekort toch als één van de grotere tekortvakken naar voren. In bijna de helft van de gevallen gaat het om openstaande vacatures. Verder zijn de tekorten aan tweedegraads leraren bij alle vakken behalve NASK hoger dan de tekorten aan eerstegraads leraren. Dit komt overeen met de bevindingen in sectie 4.3 in het IPTO-rapport waarin gerapporteerd wordt dat het percentage onbevoegd gegeven lessen in de tweedegraads sector hoger is dan in de eerstegraads sector.
De regionale verdeling van lerarentekorten laat een redelijk uniforme verdeling over Nederland zien, waarbij er wel een paar uitschieters zijn. De grootste lerarentekorten zijn te zien in de Achterhoek (13,0%) en Midden-Holland (12,0%) en de kleinste in Rijk van Nijmegen (1,7%) en Midden-Gelderland (2,0%).
Ook binnen regio’s zijn er overigens grote verschillen in het tekort aan leraren. Zo geeft bijvoorbeeld 25% van de vestigingen aan geen tekort aan leraren te hebben en rapporteert 2% van de vestigingen een tekort van meer dan 30%. Deze verschillen in tekortpercentages tussen vestigingen zijn maar beperkt te herleiden tot in dit onderzoek bekende kenmerken van een vestiging. Wel is een duidelijk verband gevonden met de gemiddelde achterstandsscore. Daarbij geldt algemeen gesproken dat hoe groter de complexiteit van de leerlingenpopulatie van een vestiging, hoe hoger ook het tekort aan leraren op een vestiging is.
De tekorten aan schoolleiding zijn relatief lager dan de tekorten aan leraren (4,3% versus 5,8%). Dit percentage vertaalt zich naar een landelijk tekort aan schoolleiding van ongeveer 125 fte.
Dit document is een bijlage bij de Kamerbrief over lerarenstrategie december 2023 >>
Bekijk het rapport via de website van de Rijksoverheid >>