Betreft: Een onderzoek naar de ervaringen van leraren en schoolbesturen met de subsidieregeling Vierslagleren-VO.
In opdracht van: Voion
Uitgevoerd door: CAOP: Deborah van den Berg en Ellen Harsma
Datum publicatie: november 2018
Voor verschillende vakken in het voortgezet onderwijs, zoals wiskunde, natuurkunde, scheikunde en Duits, is een tekort aan leraren. Het is daarom belangrijk voor deze vakken meer leraren op te leiden. Leraren die een bevoegdheid wilden halen in een van de tekortvakken konden de afgelopen periode gebruik maken van de subsidieregeling Vierslagleren VO (hierna: Vierslagleren). Bij Vierslagleren worden een startende en zittende leraar aan elkaar gekoppeld, terwijl beide leraren studeren voor een (extra) bevoegdheid in een tekortvak. De startende leraar krijgt een (tijdelijke) aanstelling bij het schoolbestuur en de zittende leraar ontvangt vanuit Vierslagleren extra studieverlof bovenop het studieverlof vanuit de Lerarenbeurs. Nu de twee tranches van Vierslagleren ten einde zijn gekomen, zijn de opbrengsten van deze tranches geëvalueerd.
Voor deze evaluatie zijn leraren en schoolbesturen die hebben deelgenomen aan de regeling via een digitale enquête gevraagd naar hun ervaringen met Vierslagleren. Voor de evaluatie van Vierslagleren 2015 - 2017 hebben, van de 19 uitgenodigde schoolbesturen, 14 contactpersonen de enquête ingevuld. Daarnaast hebben 16 leraren de enquête ingevuld, waarvan zeven zittende en negen startende leraren. In de tweede tranche, Vierslagleren 2016 - 2018, hebben 39 schoolbesturen (van de 52 uitgenodigde schoolbesturen) en 84 leraren (35 startende en 49 zittende leraren, van de 154 uitgenodigde leraren) de enquête ingevuld.
Hieronder staan de belangrijkste uitkomsten van deze evaluatie opgesomd: