Aardgas op scholen is niet langer vanzelfsprekend. Nieuwe schoolgebouwen worden vaak zonder gasvoorziening opgeleverd en steeds meer scholen gaan ‘van het gas af’. Bij scheikundepractica wordt gebruik gemaakt van teclu- en bunsenbranders. Leerlingen leren hoe ze de brander bij praktijkopdrachten moeten gebruiken. Zij oefenen met de docent of TOA hoe ze veilig kunnen werken met een brander. Vaak krijgen ze na afloop een branderdiploma.
Wat is dan een goed alternatief voor aardgas, dat betaalbaar én veilig is? Zodat scholen wel de practica kunnen blijven uitvoeren? En moeten ze eigenlijk nog wel met teclu- of bunsenbranders werken? Of zijn er goede alternatieven?
Het doel van dit VO-signaal is om scholen die niet (meer) aangesloten zijn op aardgas, te informeren over voor- en nadelen van alternatieven zodat zij een geïnformeerde keus kunnen maken.
Dit VO-signaal is in samenwerking met de NVON (Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen) tot stand gekomen.
