Het begrip chronische aandoening wordt gebruikt voor een groot aantal verschillende ziekten en aandoeningen. Het zijn onomkeerbare of langdurige aandoeningen, met beperkt uitzicht op volledig herstel. Voorbeelden zijn astma, reuma, multiple sclerose (MS), ziekte van Crohn, ziekte van Parkinson, diabetes, long COVID, kanker en dementie.
De kans op het krijgen van een chronische aandoening stijgt met de leeftijd. Met het stijgen van de AOW-leeftijd, neemt dus ook het aantal medewerkers met een chronische aandoening op het werk toe.
Figuur: Percentage mannen en vrouwen met minstens een chronische aandoening per leeftijdsgroep op 1 januari 2022 (Nivel Zorgregistraties eerstelijn)
Vanaf de leeftijd van 15 jaar, hebben meer vrouwen dan mannen een chronische aandoening. Het percentage mensen met multimorbiditeit (meer dan één chronische aandoening) neemt vanaf 40 jaar sterk toe (Nivel Zorgregistratie eerstelijn).
Zo’n 20% van de beroepsbevolking heeft een chronische aandoening en dit aandeel neemt de komende jaren fors toe. In 2030 zal één op de vier werknemers een chronische ziekte hebben. De ‘top 5’ chronische aandoeningen bij 40-plussers in Nederland zijn hartziekten, diabetes, kanker, COPD en Parkinson/dementie.
In het vo geeft 75,8% van de medewerkers aan dat zij een (zeer) goede gezondheid hebben. 2,9% geeft aan dat hun gezondheid (zeer) slecht is. Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden blijkt een grote variatie aan chronische ziekten, aandoeningen of handicaps voor te komen.
Figuur: De meest voorkomende chronische ziekten, aandoeningen en handicaps in het vo en de rest van Nederland (NEA, 2022).
Van de vo-medewerkers die een chronische ziekte, aandoening of handicap hebben, geeft 22,5% aan daardoor (licht of sterk) belemmerd te worden in werk (NEA, 2022). Veel van deze mensen kunnen en willen blijven werken als zij door de werkgever (voldoende) worden gefaciliteerd. Zij hebben er behoefte aan om volwaardig onderdeel te zijn van de maatschappij en werk speelt daar een belangrijke rol in.
Verder naar:
