Een chronische aandoening kan van invloed zijn op het dagelijks functioneren. De een ondervindt meer hinder van zijn aandoening dan de ander. Dit kan zelfs per dag verschillen: iemand kan de ene dag wel klachten hebben en de andere dag niet. En dit is soms moeilijk te voorspellen. Een goede balans tussen eisen van het werk en de mogelijkheden die iemand heeft om daarmee om te gaan, vraagt bij medewerkers met een chronische aandoening dan ook extra aandacht.
Alhoewel uit onderzoek blijkt dat enige openheid van de medewerker over zijn/haar aandoening bijdraagt aan het kunnen blijven werken, is het voor u als de leidinggevende niet nodig dat u weet wat er medisch aan de hand is. Als leidinggevende moet u vooral weten wat wel goed gaat of waar een medewerker tegenaan loopt. Als daar behoefte aan is, kan zowel de leidinggevende als de medewerker zelfstandig advies inwinnen van een bedrijfsarts of andere professionals.
Ook kan het zijn dat een medewerker met een chronische aandoening een wisselend ziektepatroon heeft of regelmatig behandelingen moet ondergaan met vervelende bijwerkingen, zoals bijvoorbeeld chemotherapie bij kanker. Als werken (tijdelijk) niet mogelijk is, bespreek dan hoe u onderling contact houdt en op welke wijze collega’s geïnformeerd worden tijdens de afwezigheid van de medewerker.
En onthoud: Goed werk draagt bij aan herstel en vermindering van klachten. Dit heeft een positieve impact voor de medewerker én de werkgever.
Verder naar: