Mantelzorg is alle hulp aan een hulpbehoevende die wordt gegeven door iemand uit diens directe omgeving. Het gaat dus om intensieve en minder intensieve, kortdurende en langdurende hulp aan huisgenoten en/of aan uitwonende familieleden, buren of vrienden, aan zelfstandig wonenden en aan bewoners van zorginstellingen (definitie van het SCP). Deze hulp wordt gegeven vanwege de persoonlijke relatie die de mantelzorger heeft met de hulpbehoevende. Die emotionele betrokkenheid maakt deze zorg extra zwaar. Mantelzorg gebeurt altijd vrijwillig, maar eigenlijk kun je er niet voor kiezen: het ‘overkomt’ je (i.t.t. vrijwilligerszorg dat een keuze is en waarmee je op eigen initiatief kunt stoppen). Omdat de verzorging als vanzelfsprekend wordt gezien (zoals bijvoorbeeld de verzorging van een ernstig zieke ouder), voelen veel mensen zich geen mantelzorger.
Een op de vier werknemers combineert betaald werk met mantelzorg. De meeste mantelzorg wordt gegeven door 50- tot 65 jarigen en binnen die groep door 55- tot 60-jarigen; van hen gaf 24 procent in 2022 mantelzorg (CBS, 2024). Onderstaande figuur laat zien dat in die leeftijdsgroep de meeste mantelzorg naar (een van) de ouders gaat. In de toekomst zal de druk om mantelzorg te verlenen alleen maar toenemen. Er zijn namelijk niet alleen meer ouderen om voor te zorgen, maar er zijn in verhouding ook minder mensen beschikbaar om die zorg te verlenen. Omdat de leeftijdsgroep 50- tot 65-jarigen met 35% zwaar vertegenwoordigd is in de vo-sector (ABP, februari 2024), zal dat ook daar (steeds) voelbaar(der) worden.
Binnen de groep mantelzorgers, zijn vrouwen oververtegenwoordigd. Bijna de helft van alle dochters van 80-plussers geeft mantelzorg en een kwart van alle zoons. Uit onderstaande figuur blijkt niet alleen dat meer vrouwen dan mannen mantelzorg geven, maar dat zij ook meer uren mantelzorg geven. In het vo is 59% vrouw (ABP, februari 2024). In combinatie met het hoge percentage 50- tot 65-jarigen in het vo zal de mantelzorgdruk in het vo nog extra toenemen in de toekomst.