GP Kees Winkelman 7527 LR 1600

Machineveiligheid

Inleiding

In de praktijklessen kunnen ongelukken gebeuren met machines. gereedschappen en apparaten, zoals boor- of slijpmachines, maar ook met bereidings- of warmhoudapparatuur in de keukens. Iedereen in de praktijklessen (docenten, onderwijsassistenten en leerlingen) loopt risico's bij het werken met machines en apparaten. Leerlingen die onervaren zijn met de veiligheidsmaatregelen, maar ook docenten en/of onderwijsassistenten die bijvoorbeeld ‘even’ een storing verhelpen of machines en apparaten schoonmaken zonder dat ze spanningsvrij zijn gemaakt lopen risico. Ook worden nog steeds machines en apparaten gebruikt waarvan de beschermkap is beschadigd of helemaal ontbreekt. Soms is daarbij ook een veiligheidsvoorziening buiten werking gesteld of omzeild. De ervaring leert dat een groot deel van de ongevallen te maken heeft met onoordeelkundig en onveilig handelen of onvoldoende veiligheidsbewustzijn.

Normen machines/ gereedschappen
Leerlingen vallen onder de Arbowet voor wat betreft verrichtingen die vergelijkbaar zijn met werkzaamheden in de beroepspraktijk. De normen Machines/ Gereedschappen die dus gelden voor werknemers én leerlingen in het voortgezet onderwijs staan in de Arbocatalogus-VO.

Controleer op beschermkappen en werk geconcentreerd
Uit onderzoek van het RIVM in 2018 blijkt dat arbeidsongevallen met bewegende delen van machines relatief veel voorkomen. Eerder onderzoek van het RIVM in 2014 toonde aan dat de belangrijkste directe oorzaak van ongevallen met machines in het onderwijs, het contact met bewegende delen van een machine is. Het ontbreken van een fysieke afscherming van de draaiende delen van machines speelde bij alle ongevallen een rol.  

Om deze ongevallen te voorkomen is het essentieel om de bewegende delen zo veel mogelijk af te schermen. Een aanpak bij de bron en de inzet van afscherming verdienen daarbij de voorkeur; ook uit oogpunt van de wettelijk voorgeschreven Arbeidshygiënische strategie. Uit het RIVM-onderzoek blijkt dat het vaak ging om onveilige situaties die al lang bestonden. Afschermingen waren bijvoorbeeld ooit verwijderd en daarna niet meer teruggeplaatst of werkwijzen werden routinematig op een onveilige manier uitgevoerd. Deze onveilige situaties werden echter niet altijd herkend in de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) die daarvoor is bedoeld. Regelmatig werden niet alle relevante taken meegenomen in de RI&E, bijvoorbeeld het (tussentijds) schoonmaken van een machine of het verwijderen van (rest)producten.

In vrijwel alle onderzochte ongevallen spelen handelingen van de slachtoffers een belangrijke rol. Er is immers altijd een (laatste) handeling of omissie waarvan achteraf kan worden vastgesteld dat deze essentieel was voor het ongeval. 

In het voortgezet onderwijs waren de belangrijkste achterliggende oorzaak van de ongevallen:
• verlies van concentratie / aandacht (42%);
• en een vergissing in het uitvoeren van routine handelingen (31%).

Ook blijkt er soms sprake van bewust gekozen werkwijzen waarbij medewerkers wisten dat het ‘eigenlijk niet zo hoort’. Regels werden dan (al dan niet routinematig) overtreden. Hierbij waren problemen bij de organisatie van het veilig werken (procedures en werkinstructie) van belang.

Machineveiligheid en instructiekaarten
In samenwerking met negen docentenverenigingen en vmbo-platforms heeft Voion de website veilige praktijklokalen gemaakt. Daarop vindt u voor verschillende vakken instructiekaarten voor machines en veiligheidsinstructiefilmpjes waarin voor leerlingen de veiligheidshandelingen van verschillende machines en gereedschappen op een laagdrempelige wijze inzichtelijk worden gemaakt. Ook staan op de website controlelijsten waarmee het lokaal op risico’s kan worden beoordeeld. 

Inspiratie

Onderzoeken