Begin 2020 veroorzaakte het coronavirus SARS-CoV-2 wereldwijd de infectieziekte COVID-19 (pandemie). Dit leidde in het voortgezet onderwijs tot een groot aantal preventieve maatregelen.

Ruim twee jaar later (april 2022) zijn alle maatregelen zo goed als opgeheven. Op 11 maart 2023 zijn ook de laatste adviezen om bij klachten een zelftest te doen en om bij een positieve test in isolatie te gaan, vervallen. De specifieke corona-adviezen zijn vervangen door meer algemene adviezen voor het beperken van verspreiding van luchtwegvirussen. Het coronavirus blijft echter op de achtergrond aanwezig, met name in de wintermaanden. Onderzoek toont aan dat vaccinatie de beste bescherming biedt tegen het ontstaan van corona en tegen het ontstaan van langdurige coronaklachten na corona (post-COVID-syndroom).

Werken met post-COVID-syndroom
Na de acute fase van een corona infectie (COVID-19), kunnen langdurige klachten optreden. Deze klachten, die zeer divers kunnen zijn en een grillig verloop kunnen hebben, staan bekend onder de naam langdurige COVID (in het Engels ‘Long-COVID’) of het post-COVID-syndroom. Uit cijfers van het UWV blijkt het onderwijs procentueel de grootste instroom in de WIA ten gevolge van post-COVID te hebben. Een moeizaam werkhervattingstraject zou hier een mogelijk oorzaak van kunnen zijn. Op dit moment (februari 2025) zijn er geen bewezen effectieve behandelingen voor post-COVID, maar er zijn wel mogelijke aangrijpingspunten om werkhervatting te faciliteren.

Werken bij een heropleving van corona
Voor de situatie dat er onverhoopt een opleving van het coronavirus optreedt, heeft de rijksoverheid een hoofdlijnenaanpak uitgewerkt, op basis waarvan sectorplannen zijn opgesteld. Het Sectorplan COVID-19 voor het funderend onderwijs vormt de basis voor de te nemen maatregelen om het onderwijs in het vo door te laten gaan bij een eventuele volgende uitbraak van het coronavirus.