VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Dick Bijdevaate (74) werkt door als vwo-docent wiskunde

dinsdag 11 maart 2025 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

“Ik ben leergierig en zie lesgeven als een soort hobby”

Dick Bijdevaate, docent wiskunde en oud-rector van SG Helinium in Hellevoetsluis, kon in 2016 met pensioen maar geeft anno 2025 nog steeds les aan het vwo. “Ik miste de school, de jongeren om me heen, de collegiale sfeer en wil mijn steentje bijdragen. Nu geef ik zonder zorgen les in wiskunde B voor examenklassen.”

De 74-jarige Dick Bijdevaate werkt sinds 1979 op SG Helinium. Hij werd al snel conrector en groeide in 1986 door naar het rectoraat. “In 2013, enkele jaren voor mijn pensioen, moest ik om medische redenen een stapje terug doen en koos ik ervoor om me op het docentschap te richten.” Inmiddels heeft Bijdevaate ‘wel tien keer afscheid genomen’, maar geeft hij nog steeds twee ochtenden in de week les aan vwo 5 en 6. “Zodra ik met pensioen ging, heb ik in de gaten gehouden of ik nog een waarnemingsfunctie kon vervullen. En dat bleek regelmatig nodig te zijn. In 2024 dacht ik, ik word 74 en we moeten er toch een keer een punt achter zetten. Ik nam weer afscheid, maar twee maanden later belde de school opnieuw of ik een collega wilde vervangen bij ziekte. Dat deed ik met veel plezier.”

Meer geduld
Veel docenten zijn op het moment dat zij hun AOW-leeftijd bereiken, echt toe aan pensioen, weet ook Bijdevaate.

Blijdevaate

“Ik heb in mijn loopbaan beperkt lesgegeven omdat ik ook in de schoolleiding actief was. Daardoor heb ik nu wellicht nog de energie voor het lesgeven.” De binding van Bijdevaate met de leerlingen is goed: “De jongeren zijn overwegend positief over mij, ze zien mij een beetje als de oudere, aardige docent. Ik ben ook toleranter dan vroeger en heb meer geduld.” Bijdevaate richt zich nu op de voorbereiding op het wiskunde B-examen, maar gaf voorheen altijd les in wiskunde A. ”Een andere stof en een ander type leerling, dus ik moet me goed voorbereiden en inlezen. Ik merk dat ik het leuk vind om de stof weer boven te halen, het is goed om je hersenen fit te houden. Het vak boeit me nog steeds.”

Digitaal meekomen
De leerling zelf is door de jaren heen niet veranderd, meent Dick Bijdevaate, maar hij ziet wel dat het voortdurend online zijn, leerlingen vermoeid maakt. “Ze zijn constant alert en waarschijnlijk ’s nachts nog aan het gamen. Onderwijs blijkt voor veel leerlingen nu eenmaal saai, vooral vergeleken met TikTok of een Playstation. De focus van jongeren verandert en daar moet je als docent wat mee. Ik gebruik bijvoorbeeld YouTube-video’s bij de les of andere digitale leermiddelen.”

Midden in de maatschappij
De motivatie om door te werken ontstaat vaak pas op het laatste moment, ervaart Bijdevaate. “Het hóeft niet, niet vanwege financiën of anderszins en dat geeft vrijheid; je doet het alleen omdat je het leuk vindt. Ik kom graag weer op school, voel me hier thuis in een collegiale sfeer met jonge mensen om me heen. Je telt mee en staat weer midden in de maatschappij. Natuurlijk voel ik me ook verantwoordelijk, het onderwijs heeft een groot probleem door het docententekort en ik draag graag mijn steentje bij.”

Beleefdheid en respect als voorwaarden
Bijdevaate had twee duidelijke voorwaarden om weer aan het werk te gaan: “Mensen moeten met beleefdheid en respect met me omgaan. En ik heb aangegeven dat ik een rooster in de ochtenduren wil. Nu geef ik op maandag- en dinsdagochtend les en de rest van de week heb ik een weekend-gevoel. Die dagen ben ik druk met oppassen en ik geef bijles aan m’n kleinkinderen en anderen. Je zou bijna zeggen dat lesgeven een hobby is. Mijn jongste kleinzoon zit bijvoorbeeld op het speciaal onderwijs, een onderwijsvorm die ik niet ken, dus ik meldde me vorig jaar bij die basisschool aan als Rekenmeester. Dat heb ik drie maanden gedaan en het is mooi om te ontdekken hoe divers het leerproces verloopt bij kinderen. Ik ben nog steeds leergierig naar die didactische kant van het onderwijs.”

Stimulans voor 65-plussers
De wiskundedocent werkt momenteel met een tijdelijke aanstelling voor ‘zover er waarneming nodig is’. De school kan dus afscheid van hem nemen als dat nodig is. “En dat moeten ze vooral doen. Ik vind het prettig dat ik door de tijdelijke contracten elk jaar kan evalueren. Zojuist heb ik toevallig op het inventarisatieformulier aangegeven dat men volgend jaar weer op mij kan rekenen, maar de echte beslissing komt pas in juni of nog later. De school moet ook op zoek naar een goede, jonge wiskundedocent, want ik weet niet of ik nog 10 jaar doorga. Redenen om echt te stoppen, zouden problemen met de gezondheid zijn van mij of mijn echtgenote, of als mijn kinderen een beroep doen om wat meer op de kleinkinderen te passen.” Dick Bijdevaate wordt elke keer met open armen en waardering ontvangen op het SG Helinium. “Mijn collega’s laten mij ook met rust als het gaat om het bijwonen van algemene vergaderingen. Ik doe wel mee als er bijvoorbeeld een voorlichtingsavond is over wiskunde en ben altijd bij de ouderavonden.”

Dick Bijdevaate moest wel even slikken toen hij na het doorwerken zijn belastingaanslag kreeg. Omdat hij inkomens stapelt - AOW, pensioen en inkomen - is de aanslag hoog. “Van het salaris blijft relatief niet zoveel over. Als je docenten in de AOW-leeftijd wil stimuleren om door te werken vanwege het personeelstekort, zou de fiscus een bijdrage kunnen leveren. De werkgever hoeft geen pensioen meer af te dragen, dus oudere docenten zijn een redelijk goedkope werknemer.”

Onmisbare expertise
De expertise van oudere docenten is onmisbaar op scholen, vindt Dick Bijdevaate. “We kunnen lesuren opvangen, jonge docenten en zij-instromers begeleiden en hebben een schat aan ervaring in lesgeven en de omgang met leerlingen. Als collega’s zich lichamelijk nog goed voelen en het lesgeven en contact met de leerlingen leuk vinden, dan zou ik zeker aanbevelen om door te werken na je AOW-leeftijd, al is het maar een paar uur.”

Als scholen meer mensen na hun AOW-leeftijd willen aantrekken, dan zou deze inzet beter gestructureerd moeten worden, zegt Bijdevaate. “Geef meer zekerheid in het contract en aantal uren. En, zoals gezegd, het is goed als er fiscaal wat stappen worden genomen. Daarnaast zouden schoolorganisaties meer oog moeten hebben voor hun pensionado’s. Nodig hen uit voor bijeenkomsten, stuur een kerstpakket, geef een rondleiding en geef vooral het gevoel dat ze hartstikke welkom zijn. Als die verbinding er is, kun je eerder een beroep doen op deze groeiende groep oud-docenten. Ik hoor bijvoorbeeld dat zij zich daardoor opgeven om te surveilleren op school. In het bedrijfsleven is het vaak normaal om contact te houden met pensionado’s, om hen het gevoel te geven dat ze er ‘nog bijhoren’. Het onderwijs mag daar best meer aandacht aan besteden.”

AOW-gerechtigde medewerkers in het vo
Het aantal AOW-gerechtigden met een aanstelling in het voortgezet onderwijs is in de afgelopen jaren fors toegenomen. Het aandeel werkende 72-plussers is zelfs ruim verdubbeld. Wie zijn deze AOW’ers? Wat is hun motivatie om te blijven werken? En hoe kunnen werkgevers de inzet van AOW’ers bevorderen en zo hun arbeidspotentieel ten volste benutten? Voion deed hier onderzoek naar om een beter beeld te krijgen van de mogelijkheden van de inzet van AOW-gerechtigde medewerkers. 
Lees het onderzoek en de handreiking ‘AOW-gerechtigde medewerkers in het voortgezet onderwijs’ >>