In juni 2018 presenteerde een professionele leergemeenschap van docenten aan hun collega’s het professioneel statuut van de Roncalli Mavo in Rotterdam. Daar ging een half jaar werk aan vooraf. Hoe verliep dat proces? En waarom is gekozen voor een beknopt statuut?
Vanaf 1 augustus 2018 moet elke school in het voortgezet onderwijs verplicht een professioneel statuut hebben. Met dat doel richt de Roncalli Mavo in januari 2018 een professionele leergemeenschap (PLG) op. De opdracht: Lever een professioneel statuut op, waarin beschreven staat welke medezeggenschap leraren en leerlingen op de Roncalli Mavo hebben, en hoe dit vormgegeven wordt. Laat dit professioneel statuut een aanvulling zijn op de medezeggenschap van de MR, juist rond de professionele ontwikkeling van de school.
Frank van der Zijden (docent Geschiedenis) neemt zitting in deze PLG: ‘We riepen het professioneel statuut in het leven om de mate van betrokkenheid van collega’s duidelijk op de kaart te zetten. Samen met collega’s vanuit het onderwijsgevend personeel, de zorgafdeling en de schoolleiding zijn we daarmee aan de slag gegaan.’
Gezamenlijke bijeenkomsten: oriëntatie, plan van aanpak en discussie
Tussen januari en juni 2018 komt de PLG meerdere keren bij elkaar. Van der Zijden: ‘We kregen hierbij hulp van een externe mediator. Zij bewaakte het proces en gaf ons steeds handvatten voor een vruchtbaar verloop van de samenwerking.’ Tussendoor werken de deelnemers ook individueel en in duo’s aan de totstandkoming van het statuut. Tijdens de gezamenlijke bijeenkomsten worden de opbrengsten van het individuele werk samengebracht en de volgende stappen voorbereid.
De eerste bijeenkomst is een introductiebijeenkomst. Van der Zijden: ‘In het begin was het voor ons nog onduidelijk wat er precies in een professioneel statuut moest komen. Daarom zijn we gestart met een oriëntatie. Online vonden we gelukkig allerlei documenten waardoor we een beeld kregen van de inhoud en die we konden gebruiken, zoals beeldmateriaal van een school waarbij het professioneel statuut al in gebruik was.’
Vervolgens wordt in de tweede bijeenkomst een plan van aanpak gemaakt. Samen besluiten de PLG-leden om het personeel een vragenlijst te laten invullen over welke onderwerpen zij graag (mede)zeggenschap wilden. De resultaten van de ingevulde vragenlijsten worden besproken in de derde gezamenlijke bijeenkomst. In de discussie die daarna volgt, verkennen de PLG-leden op welke manieren (mede)zeggenschap vormgegeven kan worden op hun school. En, besluiten ze, het moet een beknopt statuut worden, lange teksten en veel pagina’s zijn niet nodig. Van der Zijden: ‘Ons professioneel statuut is geen handleiding over de besluitvorming in de school. Het gaat alleen over de mate van betrokkenheid binnen die besluitvorming, en hoe we dat organiseren. We wilden het statuut overzichtelijk en duidelijk houden.’
Zorg voor draagvlak: betrek collega’s bij het proces
Belangrijk voor de PLG is dat het professioneel statuut een document van alle docenten en de schoolleiding wordt. Van der Zijden: ‘We wilden zo transparant mogelijk werken. Daarom hebben we via de mail steeds alle docenten op de hoogte gesteld van het proces.’ En hoe wordt de schoolleiding betrokken bij het proces? ‘Een deel van de schoolleiding had zitting in de PLG. De rest hebben we tussentijds op de hoogte gehouden via een korte presentatie.’
De inhoud van het professioneel statuut begint steeds meer vorm te krijgen. Tijdens een personeelsmiddag presenteren de PLG-leden hun werk en twee voorstellen voor het statuut. Na een overleg met het personeel schrijven zij daarna het statuut. Van der Zijden: ‘Omdat we iedereen steeds op de hoogte hielden van onze voortgang, waren de meesten enthousiast over het statuut.’ De eindpresentatie van de PLG heeft het juiste effect: ‘Na onze heldere en duidelijke presentatie tijdens de personeelsmiddag was er geen weerstand.’ Tijdens de laatste bijeenkomst bespreken de PLG-leden de opbrengsten van de personeelsmiddag. Daarna leggen ze de laatste hand aan het professioneel statuut.
Evaluatie: wat zijn de opbrengsten?
En dan, na een half jaar brainstormen en overleggen, is het er: het professioneel statuut van de Roncalli Mavo, een gezamenlijk document van docenten en schoolleiding. Hoe kijkt Van der Zijden terug op het proces? ‘We hebben ruim de tijd gehad voor de ontwikkeling van het professioneel statuut, en dat was ook zeker nodig. De diversiteit van de samenstelling van de PLG was fijn en de samenwerking ging goed. Ook het hebben van een mediator was een pluspunt: zij zorgde ervoor dat we op gang bleven, dat er geen impasse ontstond. Ons beknopte statuut geeft de school en docenten nu een stuk duidelijkheid en rust.’
Tips voor andere scholen
Heeft Van der Zijden nog tips voor andere scholen die nog aan de start staan van het komen tot een professioneel statuut? ‘Probeer vooral je eigen draai en invulling aan het professioneel statuut te geven. Wat past bij jouw organisatie? Informeer je goed en neem de tijd voor de ontwikkeling. Ik moet eerlijk zeggen dat het professioneel statuut nu, een jaar later, bij ons wat ingedut is. Maak dus ook iemand in de organisatie verantwoordelijk voor het levend houden van het professioneel statuut.’