VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Nieuwe oplossingen voor tekortvakken vo

maandag 2 november 2020 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

In het vo is of komt er in bepaalde vakken een lerarentekort. Er zijn verschillende landelijke initiatieven om die tekorten te verminderen, zoals de vier kansrijke initiatieven die procesregisseurs tekortvakken vo hebben ontwikkeld. Wat kunnen de RAP-regio's daarvan leren? Daarover werd kennis gedeeld in de regionale RAP-bijeenkomsten op 14 en 21 oktober.

Vier kansrijke initiatieven

In het schooljaar 2019-2020 hebben procesregisseurs tekortvakken vo in opdracht van het ministerie van OCW en in samenwerking met het veld vier kansrijke initiatieven aangejaagd, verdiept en verbreed.

  1. Samenwerking met beroepsverenigingen. Voor de tekortvakken scheikunde, moderne vreemde talen, wiskunde en natuurkunde werd samengewerkt met de beroepsverenigingen van chemici, tolk-vertalers en ingenieurs. Leden van beroepsverenigingen die een vakgerelateerde hbo- of wo-opleiding hebben gevolgd, werden geworven als tweedecarrièredocenten. Er waren 109 geïnteresseerden op informatiebijeenkomsten en 34 kandidaten zijn geplaatst. Ze maken niet altijd de volledige overstap naar onderwijs en worden dan hybride docenten die zowel hun vak uitoefenen als voor de klas staan.
  2. Van ingenieur naar docent. Voor studenten van hbo-opleidingen techniek werden educatieve minoren ontwikkeld die aansluiten op een kopopleiding. Dit schooljaar lopen 20 studenten stage in bètavakken in het vo.
  3. Van overschot naar tekort. Bevoegde docenten in overschotvakken die momenteel niet of nauwelijks aan het werk komen, werden geworven voor een opleidingstraject in een tekortvak. Zo zijn er docenten geschiedenis die een bevoegdheid voor Duits halen. Ook tweedegraders een traject aanbieden naar een eerstegraadsbevoegdheid is een oplossing, voor Engels bijvoorbeeld.
  4. Leerlijn junior-PAL naar PAL naar docent. Een persoonlijk assistent leraar (PAL) is een tweedejaars wo-student die na een module pedagogiek en didactiek een betaalde bijbaan krijgt op een vo-school. Vanaf het schooljaar 2020-2021 is er een doorlopende leerlijn van junior-PAL voor leerlingen vo via PAL naar de educatieve minor en tenslotte naar de kopopleiding voor een eerstegraadsbevoegdheid als docent. Er zijn dit jaar 85 studenten beschikbaar voor PAL en 34 scholen in Noord-Holland zijn bereid om PAL'ers op te nemen.

Stand van zaken in RAP-regio's

Welke en hoeveel lerarentekorten er zijn, verschilt van regio tot regio. Sommige scholen vinden het wel meevallen of redden het met bijvoorbeeld leraren in opleiding en/of zij-instromers. De vakken waarin tekorten spelen, zijn meestal de bètavakken (natuurkunde, scheikunde en wiskunde), Nederlands, Engels, Duits, klassieke talen en techniek.
In sommige regio's zijn er geen tekorten, omdat de uitstroom van leraren gelijk opgaat met de krimp van het aantal leerlingen. Het betekent wel dat het dan moeilijk is om binnen de formatie te vergroenen. Soms schrapt een school een vak als techniek of ict als daar geen docent voor te krijgen is. Dan lijkt het of er geen tekort is. Ook is er soms eerder een plaatsings- dan een wervingsprobleem: scholen willen bij voorkeur een bevoegd docent, want ze hebben geen tijd om onbevoegde docenten te begeleiden.
Als het tekort niet zo groot is en er niet zo'n grote jacht is op docenten, is een intensievere en structurele aanpak beter mogelijk volgens enkele deelnemers.

Toepasbaarheid van de vier initiatieven

Voor veel van de deelnemers aan de RAP-kennisdelingsessies zijn de vier initiatieven redelijk nieuw. Ze vinden ze inderdaad kansrijk en willen graag met hun bestuurders bespreken welk initiatief ze in hun regio kunnen toepassen en in welke mate. Met name de initiatieven Van ingenieur naar docent en Van overschot naar tekort worden als interessant gezien voor de arbeidsmarktproblematiek van de komende jaren. De inzet van PAL'ers zien de deelnemers nu vooral als waardevol voor de aanpak van achterstanden door het online onderwijs in coronatijd.

Harde cijfers

Dan komt de vraag: hoe overtuig je bestuurders? De deelnemers signaleren dat regionale strategische personeelsplanning (SPP) en harde cijfers nodig zijn, maar merken dat die op regioniveau moeilijk boven tafel te krijgen zijn. Volgens de deelnemers zijn bestuurders gewend om cijfers binnenskamers te houden en niet in hun keuken te laten kijken. Om dat te doorbreken is vertrouwen nodig van de bestuurders in elkaar. Dat kost tijd. Op dit moment beschikken de meeste deelnemers niet over kwantitatieve gegevens voor de langere termijn. Keuzes worden dan ook niet op grond van die gegevens gemaakt. Zo is de begeleidingscapaciteit binnen scholen met regelmaat een knelpunt, omdat de opnamecapaciteit per schooljaar wordt bekeken. Je moet dus verder vooruitdenken en plannen maken voor over twee, drie jaar.

Rol van lerarenopleidingen

Zowel personeelsoverschotten als -tekorten zijn ongewenst. Een (leraren)overschot leidt tot niet-renderende opleidingen, een verminderd arbeidsmarktperspectief voor afgestudeerden en persoonlijke teleurstellingen. Het effect is bovendien een negatief beeld van het leraarsberoep. Binnen een hogeschool of universiteit is het lastig om de zorg over lerarenopleidingen met weinig studenten tot een gezamenlijk probleem te maken. Het management wil voorkomen dat meer investeren in de ene opleiding ten koste gaat van een andere opleiding. Een suggestie is dat lerarenopleidingen studenten de mogelijkheid geven om in het laatste jaar van de opleiding een bevoegdheid te halen in een tekortvak als tweede vak.
Afstemming met deelnemende lerarenopleidingen in de regio is en blijft een aandachtspunt. Zij-instromers kunnen hun opleidingstraject aanzienlijk verkorten door te shoppen bij verschillende lerarenopleiders. In de regio zou daarnaast nog meer afstemming moeten zijn tussen regio en lerarenopleiding om de instroom van de initiële opleiding te koppelen aan de regionale aanpak.

Imago en budget

Het onderwijs moet aantrekkelijker worden: schoolbesturen moeten aantrekkelijke werkgevers zijn en het lerarenvak moet een positiever imago krijgen. Daar is nog wel wat te doen, vinden de deelnemers. Leraren bepalen samen elke dag het imago van het beroep. Ze zouden moeten laten zien hoe mooi het beroep is, maar wat de buitenwereld vooral ziet en hoort, zijn de vele klachten hoe zwaar het is. Bovendien moet imago niet alleen extern gericht zijn, ook intern moet het kloppen. Wat je buiten belooft, moet je binnen waarmaken.
Als er dan mensen zijn die zich willen omscholen of zij-instromer willen worden, moet daar ook budget voor zijn. Het is jammer dat er niet of nauwelijks geld meer is voor de lerarenbeurs. Een alternatief is de zij-instroomsubsidie voor een tweede bevoegdheid te gebruiken.

Tips vanuit de deelnemers

  • Kijk binnen het bestuur, de school of de regio waar kansen liggen om genoemde initiatieven te verdiepen, te verbreden en/of door te ontwikkelen in de aanpak van de lerarentekorten.
  • Is een dergelijk initiatief niet opgenomen in het plan van de RAP? Overweeg dan het alsnog te doen.
  • Breng focus in de aanpak aan.
  • Handel in de aanpak van de personeelsoverschotten en –tekorten meer op basis van onderbouwde regionale arbeidsmarktcijfers die ook het meerjarig perspectief aangeven. Voorkom desinvestering vanuit de opleidingen.
  • Waar de uitstroom van leraren gelijk opgaat met de krimp van het aantal leerlingen is het extra belangrijk ook aan verjonging van het personeelsbestand aandacht te schenken.
  • Vergeet niet naast alle ‘wervingsactiviteiten’ aandacht te schenken aan een aantrekkelijke werkomgeving en goede inductietrajecten. Dat zorgt voor behoud van personeel.
  • Zet de doelgroep in opleidingstrajecten centraal en zorg voor meer maatwerk vanuit een ‘optimale klantbenadering’.
  • Als een van de weinige beroepsgroepen kan het personeel binnen onderwijsorganisaties dagelijks haar visitekaartje afgeven. Schenk daarom niet alleen aandacht aan ‘externe’ maar ook aan interne imagocampagnes.

Meer lezen?