“Ook zonder subsidie blijven we hecht samenwerken”
De provincie Drenthe staat voor een dubbele uitdaging. Het aantal leerlingen loopt terug terwijl de vo-scholen voor enkele vakken tegelijkertijd kampen met een personeelstekort. Zo’n zes jaar geleden werden de schoolbesturen door de provincie uitgenodigd om over deze uitdagingen na te denken. Dat leidde tot de oprichting van RAP-regio Noorderwijzer die de afgelopen jaren grote stappen heeft kunnen zetten.
De schoolbesturen ontdekten al bij de eerste bijeenkomst dat er veel overeenkomsten en gezamenlijke doelstellingen waren. “Al snel kwamen we op het idee dat samenwerking onze docenten meer mogelijkheden op mobiliteit biedt en we bleken allen de wens te hebben om gezamenlijk nieuwe vakmensen te werven”, vertelt Matthias Kooistra, directeur van het Esdal College dat locaties heeft in Emmen, Oosterhesselen, Klazienaveen en Borger. De vo-scholen liggen in Drenthe heel verspreid en we werkten nog niet eerder intensief samen, dus hoe nu verder? Kooistra kwam via de VO-raad in contact met Voion, die heeft geholpen om een bijeenkomst te organiseren. Alle vo-schoolbesturen uit Drenthe plus het mbo kwamen samen om te discussiëren over de vraag hoe de krimp in de regio zo goed mogelijk opgevangen kon worden. Tijdens deze bijeenkomst werd de rode lijn duidelijk: alle besturen hadden behoefte aan een regionaal mobiliteitscentrum. Niet om docenten mobiliteit op te dringen, maar om de wensen die medewerkers op dit gebied hebben, goed in te kunnen vullen.
Noorderwijzer
Het gevolg van deze eerste bijeenkomst was de oprichting van eerst de RAL- en later de RAP*-regio Noorderwijzer. Bij dit samenwerkingsverband zijn 14 vo-scholen uit Drenthe en even daarbuiten aangesloten, samen met het mbo Drenthe College en de lerarenopleidingen van Windesheim Hogeschool, NHL Stenden Hogeschool en de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens de RAL-periode is vooral de structuur van de samenwerking neergezet, in de RAP-periode is de noodzakelijke verdieping in de samenwerking aangebracht en zijn deelprojectgroepen van de deelnemende scholen aan de slag gegaan. Kooistra: “Inmiddels hebben we als samenwerkingsverband Noorderwijzer een eigen website, projectleider en vacaturesite en onderzoeken wij actief hoe we gezamenlijk een pool op kunnen zetten om mobiliteitswensen van docenten goed in te kunnen vullen. We hebben in korte tijd dus grote, essentiële stappen kunnen zetten.”
Schotten weggehaald
Ginette Dam, beleidsmedewerker P&O bij het Esdal College, is al vanaf het begin betrokken bij het project. Ze is kartrekker van de subgroep Platform dat de website Noorderwijzer.nl heeft ontwikkeld, gericht op werving voor alle scholen. “Na de zomervakantie willen we de website verder doorontwikkelen en een optie toevoegen waardoor geïnteresseerden hun profiel achter kunnen laten. Met een publiekscampagne willen we vervolgens ervoor zorgen dat mensen het Drentse onderwijs als werkgever leren kennen en de site beter kunnen vinden.” Op Noorderwijzer.nl profileren de scholen zich niet als afzonderlijke werkgevers, maar als gezamenlijke onderwijswerkgever van de regio. Ginette Dam: “Voor sollicitanten hebben we de schotten tussen de scholen weggehaald. Daardoor is Noorderwijzer niet alleen aantrekkelijk voor docenten, maar ook voor studenten en zij-instromers. Omdat we hecht samenwerken, kunnen we nieuwe medewerkers bijvoorbeeld een contract aanbieden met een flink aantal uren, verspreid over meerdere scholen. Onlangs hebben we een goede docent wiskunde kunnen behouden doordat alle P&O'ers samenwerken in Noorderwijzer en gezamenlijk een goed contract aan kunnen bieden. Een jaar na de lancering van de website zien we dat het bezoek aan de website per maand toeneemt en dat meer zij-instromers worden gestimuleerd om contact op te nemen met Noorderwijzer. Bij alle aangesloten scholen is er een forse toename van het aantal sollicitanten en een groot gedeelte komt binnen via de website van Noorderwijzer.”
Strategische Personeelsplanning
De 14 vo-scholen zijn in 2021 met het Scenariomodel-VO van Voion en Strategische Personeelsplanning (SPP) aan de slag gegaan zodat voor de komende jaren de instroom en uitstroom binnen de RAP-regio inzichtelijk is gemaakt. Matthias Kooistra: “Het mbo heeft de SPP niet ingevuld omdat zij heel andere vakken aanbieden en het lerarentekort daar minder speelt. De informatie uit de SPP wordt wel gedeeld met het mbo, de hbo’s en universiteit zodat we weten hoeveel leraren en onderwijsassistenten er in opleiding zijn en of dat aansluit op de behoefte die wij op vacaturegebied hebben. We willen niet alleen mensen werven, maar ook opleiden en goed begeleiden, daarom hebben we ook afgesproken dat alle 14 scholen lid moeten zijn van een van de twee opleidingsscholen die we in het Noorden hebben. Zodat er aanbod is van docenten in opleiding en dat er binnen de scholen een goede infrastructuur is voor optimale coaching en begeleiding zodat meer mensen behouden blijven voor het onderwijs en de regio.”
Samenwerking met mbo
De 14 vo-scholen van Noorderwijzer werken binnen de RAP-regio hecht samen met het mbo Drenthe College dat beroepsopleidingen aanbiedt aan zo’n 10.000 leerlingen. Ginette Dam: “We hebben veel steun aan hun HR-ervaring en de kennis die zij hebben over bijvoorbeeld zij-instroom. Maar het mbo leidt voor een deel ook mensen op die in het onderwijs terecht komen, zoals onderwijsassistenten, ICT’ers of horecamedewerkers. Ook daar hebben we synergie gevonden, onder andere door stageplekken te bieden. Als deze mbo-leerlingen in hun eigen regio stage kunnen lopen, kunnen we ze namelijk beter behouden voor de regio; een positief maatschappelijk effect. We hebben ook gezamenlijk afspraken gemaakt over de stagevergoeding die de mbo-leerlingen krijgen zodat onze regio zo aantrekkelijk mogelijk is voor deze doelgroep. Daarnaast is de mobiliteit tussen het vo en mbo toegenomen, zowel voor docenten als voor ondersteunend personeel. De samenwerking gaat heel soepel, dankzij Noorderwijzer zijn de lijntjes heel kort geworden en zo kan het mes aan twee kanten snijden.”
Gelijke kansen voor leerlingen
Opvallend is dat Noorderwijzer veel stappen heeft kunnen zetten in korte tijd. Kooistra: “We hebben zelf niet echt het besef dat er veel is bereikt, maar als we zo terugkijken, hebben we veel kunnen doen met 14 scholen. Zes jaar lijkt lang, maar je hebt echt de tijd en geduld nodig om met zoveel scholen op één lijn te komen en blijven.” Volgens Matthias Kooistra is de samenwerking tussen de vo-scholen, het mbo, de Hogescholen en de universiteit inmiddels heel natuurlijk. “De motor draait nu zonder katalysator door. Onze slagkracht, maar vooral ook onze aantrekkingskracht voor sollicitanten is toegenomen. Recent hebben alle 14 schoolbesturen zelfs besloten om door te gaan met Noorderwijzer, ongeacht of daarvoor de komende jaren subsidie vrijkomt. De uitdagingen van de leerlingendaling, het lerarentekort en goed werkgeverschap moet je gezamenlijk oplossen en je moet met z’n allen zaken anders organiseren om knelpunten te voorkomen. Ook de docenten en teamleiders hebben we betrokken bij Noorderwijzer door ze goed te informeren. Zij denken mee hoe we kunnen voorkomen dat er door de leerlingendaling regionale verarming ontstaat bij bepaalde vakken of dat leerlingen straks moeten reizen om de opleiding van hun wens te volgen. We vinden elkaar dus in het behoud van gelijke kansen voor leerlingen en zetten alles op alles om de puzzelstukjes van een krimpregio en het personeelstekort goed in elkaar te leggen.”
* Met de subsidieregeling Regionale Aanpak Personeelstekort onderwijs (RAP) ondersteunt het ministerie van OCW besturen, lerarenopleidingen en andere partijen om het personeelstekort gezamenlijk op regionaal niveau aan te pakken. In 2019 was dit de subsidie Regionale aanpak lerarentekort (RAL).