De subsidies Regionale Aanpak Personeelstekorten (RAP) zijn toegekend, de uitvoering kan beginnen. Op 2 september organiseerde Voion daarom bijeenkomsten voor projectleiders vo/mbo van RAP-regio's om kennis te maken met collega's in aanpalende regio's. Het was de aftrap van het nieuwe RAP-seizoen vol online kennisdelingsactiviteiten en contacten met het veld.
Ruim 70% van de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs neemt deel aan de RAP. In totaal zijn er 26 RAP-regio's vo/mbo. Er zijn minder witte vlekken dan vorig jaar in de Regionale Aanpak Lerarentekorten (RAL). OCW, als subsidiegever ook deelnemer aan de bijeenkomsten, is er tevreden over. Voor de uitvoering is het belangrijk dat niet alleen de samenwerking binnen een RAP-regio goed loopt, maar ook die tussen regio's. Daarom zijn er vier regionale bijeenkomsten voor projectleiders in Noord-, Noordwest-, Midden- en Zuid-Nederland. Ze delen kennis en ervaringen over uitdagingen waar alle regio's tegenaanlopen, zoals de rolverdeling tussen het landelijke en het regionale onderwijsloket en de tekortvakken. Creatieve vormen om mensen te interesseren voor een baan in het onderwijs, een van de uitgangspunten van de RAP-regeling, komen ook aan bod.
De RAP-regio's zijn onderling nogal verschillend: de samenwerking binnen de regio is net begonnen of loopt al heel goed vanuit de voormalige RAL-subsidie; sommige projectleiders zijn net begonnen, andere zijn al langere tijd aan de regio verbonden; het regionale informatiepunt is in de oriëntatiefase of al aan het doorontwikkelen; de focus ligt op zij-instromers of op behoud van medewerkers met de juiste opleiding; vacatures worden niet of wel gedeeld; in de ene regio is sprake van krimp, in de andere niet, enz. Die verschillen komen naar voren als de projectleiders ervaringen en tips uitwisselen over drie onderwerpen:
De meeste regio's hebben een website als belangrijkste kanaal van het regionaal informatiepunt en zijn bereikbaar per mail. Sommige sites hebben een chatfunctie en bij een enkel regionaal loket kunnen geïnteresseerden langskomen en/of is er een instroommakelaar, maar niet overal is daar voldoende menskracht voor. De vraag is: geef je als regionaal loket vooral informatie of ook mogelijkheden voor interactie met een helpdesk voor vragen met bemiddeling en plaatsing naar de scholen? Sommige regio's vinden het moeilijk het informatiepunt goed te koppelen aan de praktijk. Je kunt bijvoorbeeld wel alle vacatures van de scholen in je regio op de site hebben staan, maar is de doorverwijzing naar de achterkant wel goed geregeld? Weten de scholen hoe ze kunnen zorgen voor een warm welkom aan geïnteresseerde kandidaten om teleurstelling bij hen te voorkomen? De conclusie is dat dit in de meeste gevallen nog optimalisatie van het proces vraagt.
Tips
Voorselectie
Er komen vaak heel veel geïnteresseerden op een bijeenkomst af en dat zijn lang niet allemaal mensen die in het onderwijs passen. Een aantal projectleiders wil dan ook graag op een goede manier een voorselectie maken van geïnteresseerden. Sommigen doen dat door van tevoren strenge selectiecriteria te geven, zoals: op korte termijn je bevoegdheid halen. Anderen organiseren specifieke bijeenkomsten, bijvoorbeeld over vakken waar tekorten worden verwacht. Ook zelftests zoals o.a. ontwikkeld door Voion en het Arbeidsmarktplatform PO, op de website en samenwerkingen opzetten met aanbieders van oriëntatietrajecten helpen bij het trechteren. Een regio maakt samen met lerarenopleidingen en met HR een inschatting van de kans dat iemand met succes een lerarenfunctie kan vervullen.
Ruim een derde van de mensen die interesse hebben in het onderwijs weten nog niet precies wat ze willen doen, merkte een regio in Noord. Die regio stelde daarom een instroommakelaar aan die uitleg geeft over opleidingsroutes, meeloopstages, e.d. en zo vraag, aanbod en opleiding aan elkaar verbindt.
Fysiek, online en blended
Na half maart zijn er door corona vrijwel geen gewone oriëntatie- en informatiebijeenkomsten gehouden. Ze werden deels vervangen door online bijeenkomsten. Ook een stagemarkt van opleidingsscholen werd in een regio online georganiseerd. Sommige regio's werkten met mengvormen van fysiek en online contact. Een regio organiseerde bijeenkomsten op drie manieren: fysiek, online of een combinatie ervan door een bijeenkomst met een beperkt aantal aanwezigen uit te zenden. Die blended strategie van fysieke en online activiteiten blijft naar verwachting ook na corona bruikbaar. Veel wat altijd in fysieke vorm werd gedaan, blijkt online goed mogelijk, zoals informatie geven, al kost het soms meer tijd. Alleen sfeer proeven gaat niet online.
Sollicitatiegesprekken worden nog altijd vaak live gevoerd. Voor benoeming van een kandidaat tot docent moet je die ten minste één keer face-to-face gesproken hebben, vinden sommige projectleiders.
Matching
De scholen waren grotendeels dicht, dus oriëntatie-activiteiten zoals meeloopdagen waren niet mogelijk. Het is zaak om dan wel contact te blijven houden met kandidaten en geen stiltes te laten vallen in hun klantreis.
Het regionaal loket van Leiden/Duin- en Bollenstreek ontwikkelde een aanpak voor geslaagde matching. Die regio wilde nieuwe doelgroepen aantrekken, met name zij-instromers. Kenmerken van de aanpak zijn snelle trechtering en maatwerk in begeleiding en matching. Digitale profielen van de kandidaten helpen daarbij.
Tips
In veel regio's zijn vacatures met extra inspanningen vaak nog wel te vervullen. Soms gaat dat makkelijk, soms met kunst- en vliegwerk. Op basis van de ervaringen van de projectleiders lijken er voor structurele vacatures voldoende kandidaten te zijn. Voor zover er een tekort is aan docenten, speelt dat bij wiskunde, nask en techniek. Los van genoemde vakken maken de meeste projectleiders zich wel zorgen voor de toekomst. Om deze reden is het goed dat een RAL- en RAP-regeling is opgestart met aandacht voor tekorten.
Tijdelijke vacatures zijn op dit moment soms moeilijker te vervullen. Een vervangingspool instellen vinden sommige projectleiders geen goed idee. Het organiseren van een regionaal mobiliteitscentrum daarentegen wel. Hier kunnen regio’s nog verdere stappen in zetten; regiospecifiek kan bekeken worden waar dit mobiliteitscentrum als eerste zijn aandacht op moet vestigen. In een aantal gevallen worden deeltijders gevraagd om meer uren te maken. De eerder door Voion uitgevoerde RAL-enquête bevestigt dit beeld. Regio’s begrijpen wel, zo komt uit het gesprek naar voren, dat dit geen duurzame oplossing is.
Er blijkt een overschot aan belangstellenden voor vakken waar geen tekorten zijn, zoals economie. Hen verder helpen is een van de redenen voor bovenregionale samenwerking. De steeds terugkerende boodschap is: blijf met hen communiceren als er geen plekken zijn en je ze wel wilt behouden. Het advies daarnaast is om met deze populatie het gesprek aan te gaan voor het halen van een andere bevoegdheid.
Een apart probleem is het verborgen tekort door groenpluk: de onbevoegde, nog niet afgestudeerde docenten. Het is zaak dat ze bevoegd worden en niet te lang in een studietraject blijven terwijl ze al voor de klas staan.
Tips
De deelnemers hebben ook nog suggesties voor ondersteuning door Voion:
Meer bijeenkomsten
In de komende tijd zijn er nog verschillende online bijeenkomsten voor projectleiders en betrokken schoolbestuurders en medewerkers van de RAP-regio's vo/mbo:
Meer informatie?
Jack de Bruin, adviseur Voion voor Zeeland, Brabant, Limburg, Flevoland, Gelderland en Overijssel
M 06 22 93 96 65
Robert Hommen, adviseur Voion voor Friesland, Groningen, Drenthe, Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht
M 06 10 07 41 70