VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Regionaal Mobiliteitscentrum Twente/Achterhoek: Samen staan we sterk

dinsdag 16 april 2019 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

De regio Twente/Achterhoek heeft in het voortgezet onderwijs niet alleen te maken met een dreigend lerarentekort, maar ook met een krimp van het aantal leerlingen. Om toch de kwaliteit van het onderwijs te behouden, hebben zes zelfstandige vo-scholen de handen ineen geslagen. Ze richten een Regionaal Mobiliteitscentrum (RMC) op, waarmee ze dit lastige arbeidsmarktvraagstuk gezamenlijk aanpakken.

Nico Woonink, bestuurder van het Staring College, schetst de situatie: “We zitten in deze regio met een lastige situatie. Aan de ene kant hebben we voor sommige vakken een lerarentekort. Aan de andere kant zien we goede docenten vertrekken omdat we hen – vanwege bevolkingskrimp – niet meer voldoende uren kunnen bieden. Dat is natuurlijk niet goed voor de kwaliteit van het onderwijs. Als zelfstandige school zijn we daarin extra kwetsbaar. We kunnen docenten te weinig alternatieven bieden, zoals een aanstelling voor meerdere scholen of doorgroei naar een andere functie. In sommige gevallen is het zelfs lastig om de kwaliteit en de veelzijdigheid van een inhoudelijk vak op peil te houden, omdat een vakgroep te klein dreigt te worden. ”

Samen staan we sterk
Het Staring College is niet de enige school met deze uitdagingen, ook andere ‘eenpitters’ hebben of krijgen hiermee te maken in de toekomst. Twee jaar geleden zijn de bestuurders met elkaar in gesprek gegaan om te komen tot een gezamenlijke aanpak voor deze arbeidsmarktvraagstukken. Nico vervolgt: “Als vervolg hierop hebben we begin 2018 een grote regionale werkbijeenkomst georganiseerd voor alle zelfstandige vo-scholen in de regio. Daar werd al snel duidelijk dat we elkaar echt nodig hebben om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid – kwalitatief goed onderwijs bieden in Twente en de Achterhoek – te kunnen nemen. Zes scholen hebben besloten om ook echt structureel te gaan samenwerken om de (toekomstige) arbeidsmarktproblematiek het hoofd te kunnen bieden: het Assink lyceum, het Erasmus, het Stedelijk Lyceum. OSG Hengelo, Staring College en de Waerdenborch. Een goede keuze, want samen staan we veel sterker.”

Principiële keuzes
Nico vervolgt: “Na het samenwerkingsbesluit was het belangrijk om de vorm, inhoud en gezamenlijke doelen van de samenwerking helder te krijgen voor iedereen. Daarbij moesten ook een aantal principiële keuzes worden gemaakt. Voion heeft ons daar enorm goed mee geholpen. Zo zijn we onder andere tot de keuze voor vrijwillige mobiliteit gekomen. Daarmee stimuleren we werknemers om te blijven groeien en ontwikkelen, om het beste uit zichzelf te halen. Ook als dat betekent dat een goede docent ervoor kiest op een andere school te gaan werken. Uiteindelijk is het doel toch om de kwaliteit van het onderwijs in de regio te waarborgen en zelfs te verbeteren. Gelukkig zijn alle betrokken scholen het hierover eens.”

Regionaal Mobiliteitscentrum (RMC)
Qua vorm hebben de scholen besloten om een Regionaal Mobiliteitscentrum (RMC) in te richten. Meta Schoenmaker, hoofd P&O van Het Assink lyceum en intern projectleider, legt uit wat dit is: “Het RMC gaat zich bezighouden met de instroom, doorstroom en uitstroom van personeel op de betrokken scholen. Werknemers hebben de mogelijkheid om te solliciteren op de vacatures van de andere scholen. Via een gezamenlijke vacaturebank maken we deze vacatures zichtbaar. De website kunnen we ook inzetten voor externe werving van docenten. Daarnaast hebben we met elkaar afgesproken om te komen tot een gezamenlijke formatieplanning. Door de formatie op elkaar af te stemmen, kunnen we tijdig anticiperen op komende vacatures, aflopende tijdelijke contracten, perspectief voor werknemers, boventalligheid etc. Verder onderzoeken we de mogelijkheden om zaken als loopbaanbegeleiding, opleiding, professionalisering en zij-instroom samen vorm te geven. Ook streven we naar een gezamenlijke vervangerspool, waardoor we niet meer altijd afhankelijk zijn van bemiddelingsbureaus.”

Goede projectorganisatie
Gezamenlijke intenties en heldere doelen zijn echter niet genoeg om ook daadwerkelijk iets te realiseren. Het is ook belangrijk om een goede projectorganisatie en -structuur te hebben. Nico: “De financiële bijdrage van Voion maakte het mogelijk om een externe projectleider/kwartiermaker aan te trekken. Deze externe expertise is heel waardevol, omdat we hierdoor kunnen waarborgen dat op alle scholen voldoende aandacht is voor het project en dat de voortgang wordt bewaakt.” Meta vult aan: “Ook hebben we na de besluitvorming de overlegstructuren opnieuw ingericht. In het begin zaten de bestuurders en P&O-adviseurs van alle scholen samen in één overleg. Dit bleef daardoor vaak op beleidsniveau hangen. Nu is er een stuurgroep waarin de bestuurders besluiten nemen over de richting en visie van het samenwerkingsverband én een HRM-projectgroep, waarin we de inhoud op een pragmatische manier vormgeven. Dat werkt heel prettig, omdat iedereen meer vanuit zijn eigen rol een bijdrage levert aan het project. Bovendien spreek je dezelfde taal en loop je in je werk tegen dezelfde uitdagingen aan. Zo kunnen we elkaar ook helpen waar dat nodig is. Dat geldt zowel voor het bestuurlijke als het projectgroepoverleg.”

Meters maken
Dankzij deze aanpak zijn er heel wat meters gemaakt in korte tijd. Meta: “De belangrijkste mijlpaal is misschien wel dat we in relatief korte tijd een plan van aanpak en consensus over de vorm en techniek van de vacaturebank hebben bereikt. Het mooie is dat we de ervaring en achterliggende techniek mogen gebruiken van Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn. Dit is een vereniging die de arbeidsmarkt van verschillende zorgaanbieders in Oost-Nederland bij elkaar brengt op de website www.ZorgSelect.nl. De vereniging doet dit vanuit de gedachte van ‘één regio, één arbeidsmarkt’ en het idee dat we elkaar wellicht op dit gebied kunnen helpen. Op een later moment zullen we die samenwerking verder oppakken. In ieder geval kunnen we binnen het RMC hierdoor snel aan de slag met het inrichten van de vacaturebank, die we voor de zomer van 2019 live willen hebben. Maar het gaat niet alleen om het inrichten van de website; we zullen ook de werving- en selectieprocessen van de verschillende scholen op één lijn moeten brengen om de kansen en mogelijkheden van de vacaturebank optimaal te kunnen benutten.”

Focus op de juiste plek
Tot nu toe verloopt alles binnen het project Regionaal Mobiliteitscentrum Twente/Achterhoek op rolletjes. Wat is het geheim? Nico: “Ik denk vooral dat iedereen doordrongen is van het belang van het RMC. Zelfs de scholen die in eerste instantie niet bereid waren om te participeren, willen graag op de hoogte blijven en wellicht in een later stadium aansluiten. Daarnaast hebben we vooraf goed nagedacht over wat we willen, waarom en hoe. Ook hebben we het project goed afgebakend, want als je teveel in één keer wilt, lukt dat vaak niet. Zo kunnen we de dingen die we doen, ook goed doen en borgen binnen de scholen. De externe expertise, zowel van Voion als van de kwartiermaker, hebben eraan bijgedragen dat de focus op de juiste plekken bleef.” Natuurlijk zijn er ook leerpunten. Meta: “We werken heel fijn samen, maar je ziet wel dat het soms lastig is om voldoende mankracht te krijgen voor al onze ambities. Heel simpel: als je op een school maar één P&O’er hebt, is er weinig tijd om naast het reguliere werk een project als dit te trekken. Daarom is het fijn dat er nu ook een subsidie bij OCW (subsidieregeling regionale aanpak lerarentekort) is aangevraagd. Daardoor kunnen we hopelijk ook komend schooljaar over voldoende capaciteit beschikken om het RMC echt goed neer te zetten.”

Meer weten? Klik hieronder op de factsheet voor meer informatie over de aanpak en de lessons learned

Parel-VO Regionaal Mobliliteitscentrum Twente/Achterhoek

Zie ook het praktijkverhaal 'Een gezamenlijke aanpak lerarentekort in de regio Twente/Achterhoek' in het katern Samen sterker: Regionale samenwerking voor besturen in het vo >>