VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Schoolbesturen in Friesland en Overijssel organiseren bovenschoolse leerateliers

woensdag 20 maart 2019 | Onderwijsarbeidsmarkt

Sinds dit schooljaar hebben zeven schoolbesturen in Friesland en Overijssel en de lerarenopleidingen van Rijksuniversiteit Groningen en NHL Stenden gezamenlijk een bovenregionaal leeratelier opgezet. Projectleider Marcella Veenstra-Van Gijssel: “Er gebeurt heel veel binnen de scholen van onze regio, maar we weten niet exact wat de ander doet. Om onze kennis te delen, hebben we een platform gecreëerd waarbij verschillende scholen en startende en zittende docenten elkaar kunnen ontmoeten.”

“Onze scholen bevinden zich vrij dicht bij elkaar en in deze krimpregio hebben velen ook te maken met dezelfde uitdagingen, maar toch wisten we niet goed wat er zich allemaal bij een andere organisatie afspeelt”, vertelt Marcella Veenstra-Van Gijssel, projectleider van de bovenschoolse leerateliers en docente Nederlands aan het CSG Comenius.

Nieuwe onderwijsvormen
Verschillende schoolbesturen hebben het initiatief genomen om te kijken hoe de organisaties bij elkaar gebracht konden worden om onder andere gezamenlijk te kijken naar nieuwe, betaalbare en uitvoerbare onderwijsvormen. “We willen onder andere onderzoeken hoe we het huidige docentenbestand maximaal in kunnen zetten, maar ook onderwijsontwikkeling en meer kennis delen tussen zittende en startende docenten zijn belangrijke thema’s.” De besturen kwamen op het idee om bovenschoolse leerateliers op te zetten met als doel over de grenzen van de eigen school heen te kijken. Niet alleen docenten, maar ook stagiaires en studenten van de lerarenopleidingen van Rijksuniversiteit Groningen en NHL Stenden zijn bij het initiatief betrokken. Daarnaast nemen zeven christelijke en openbare schoolbesturen deel aan de leerateliers: de CSG A.M. van Schuurman, het Bornego College, de Burgemeester Harmsma School, de CSG Bogerman Liudger, de OSG Sevenwolden, VO Steenwijkerland/Weststellingwerf en het CSG Comenius. Omdat de leerateliers mede zijn opgericht om de mobiliteit van de docenten in deze krimpregio te bevorderen, wordt het project medegefinancierd vanuit de Stimuleringsregeling regionale aanpak lerarentekort voortgezet onderwijs van Voion.

Open blik
Inmiddels hebben de eerste twee leerateliers al plaatsgevonden. Volgens projectleider Marcella Veenstra-Van Gijssel was de opkomst goed en zijn er mooie ideeën ontstaan. “De bedoeling is dat we dit jaar vijf bovenschoolse leerateliers organiseren. We komen steeds samen op een andere plek, dat kan bij een school zijn maar ook bij een externe organisatie. Zo waren we de eerste keer te gast bij het Innovatielab van NHL Stenden in Leeuwarden. Alle schoolbesturen waren goed vertegenwoordigd bij de leerateliers en iets minder dan de helft van het gezelschap bestond uit studenten of stagiaires. De deelnemers aan de eerste leerateliers kwamen vooral met een open blik samen: wat gebeurt er bij jullie en hoe kunnen we beter samenwerken? Daardoor zijn nu al leerzame trajecten ontstaan.”

Onderwijsvernieuwing in de praktijk
Naar aanleiding van de eerste bijeenkomsten is er door de zittende docenten al een workshop in oprichting voor startende docenten: ‘Hoe overleef ik het eerste schooljaar.’ Marcella: “Vooral bij startende docenten komt het nogal eens voor dat zij worden opgeslokt door de waan van de dag. Het is dan goed om eens je licht op te steken bij een leeratelier en te kijken wat andere docenten en andere scholen doen. Aan de andere kant hebben studenten of starters ook innovatieve, verfrissende ideeën waar de zittende docenten op hun beurt veel van kunnen leren.” De schoolbesturen hadden al een goede band met de betrokken lerarenopleidingen en die relatie is door de bovenschoolse leerateliers extra verstevigd, wat volgens Marcella de onderwijsinnovatie ten goede komt. “We hebben nu ook besloten dat de zittende docenten een casus gaan inbrengen uit hun praktijk bij derdejaars studenten onderwijskunde. De studenten onderzoeken die casus, brengen adviezen uit en gaan vervolgens weer bij de docenten in de klas kijken hoe het wordt uitgevoerd. Zo brengen we onderwijsvernieuwing gezamenlijk in de praktijk.”

“De plek om vernieuwende ideeën te bespreken”
Willeke Smits is startend docent Engels aan het Kei College in Heerenveen en nam deel aan beide eerste bovenschoolse leerateliers. “Onze teamleiders stuurden de uitnodiging door en mijn interesse werd gewekt door het thema van de eerste bijeenkomst: digitale didactiek. Ik was vooral nieuwsgierig en zag het als een kans om iets nieuws te leren. Het eerste leeratelier beviel mij goed, er was een goede uitwisseling van kennis en het ik vond het prettig om collega's van andere scholen te spreken. Ik heb wat digitale handigheidjes geleerd, maar stak vooral veel op van de ervaringen van mijn vakgenoten. We werkten voorheen nog niet veel samen en dat komt nu echt op gang.” Willeke is van plan om samen met een collega naar alle bijeenkomsten te gaan. “Tijdens de komende leerateliers zou ik graag schoolbrede oplossingen voor maatwerk met de deelnemers willen behandelen, zodat we beter tegemoet kunnen komen aan verschillen tussen leerlingen. Of alternatieve manieren van roosteren, waarbij best wat meer durf getoond mag worden. Ik denk dat het bovenschoolse leeratelier de aangewezen bijeenkomst is om dit soort vernieuwende ideeën te bespreken met zittende en aankomende docenten.”  


Moderne lesmethoden
Een derde project dat uit de eerste bovenschoolse leerateliers is ontstaan, heeft betrekking op digitale didactiek; een thema dat speelde tijdens de bijeenkomst op het Innovatielab. “De docenten bleken behoefte te hebben aan praktische hulp en inspiratie op het gebied van moderne lesmethoden. En studenten die de minor digitale didactiek volgen, kwamen direct met oplossingen. Zo kunnen zij meedenken aan moderne lesprogramma’s met een Chromebook en gaan ze meewerken aan stop motion filmpjes voor een vakgroep biologie. Zo slaan we op een praktische manier de handen ineen om ideeën uit het innovatieveld op een praktische manier toe te passen.” Voor de komende bovenschoolse leerateliers staan onderwerpen als keuzewerktijd en flexibele roosters op het programma.

Geen verplichting
Marcella is als projectleider ongeveer twee dagen per week druk met de bovenschoolse leerateliers. “Ik nodig de mensen uit, regel een locatie en verstuur achteraf een nieuwsbrief. Met die nieuwsbrief willen we natuurlijk ook weer andere deelnemers motiveren om te komen. Er zijn op de scholen al verschillende ambassadeurs die hun collega’s inspireren om ook eens naar het leeratelier te komen. Het is ook handig om vooraf commitment te vragen aan de schoolbesturen. Mocht er weinig animo zijn bij een bepaalde organisatie, dan kunnen zij ook nog even ‘aan de boom schudden’ om te kijken of iemand naar de leerateliers wil komen. Het kost de deelnemers niets, alleen wat tijd. We willen het ook geen verplicht karakter geven, want de bijeenkomsten zijn juist nuttig omdat iedereen het leuk vindt om hieraan deel te nemen.”

Elkaar inspireren
Marcella Veenstra-Van Gijssel vertelt tot slot dat zij voor de functie van projectleider heeft gesolliciteerd omdat ze als docent al betrokken was bij projecten over onderwijsvernieuwing en graag over grenzen van haar eigen school heen wilde kijken. “Deze bovenschoolse leerateliers geven mij de kans om met heel veel scholen en mensen samen te werken. Het is mooi om te zien welke trajecten er al zijn opgestart en dat de banden onderling nog verder zijn aangehaald. En het is erg prettig om van de deelnemers aan de bovenschoolse leerateliers te horen dat zij zich verbazen over wat er allemaal in de regio speelt en dat zij erg geïnspireerd raken door elkaar. We hebben dan ook besloten om dit jaar niet vier, maar vijf leerateliers op de agenda te zetten. We hopen dat we hiermee een nieuwe standaard zetten voor de komende jaren.”


Parel-VO Bovenschools leeratelier