Om uitval van beginnende docenten te voorkomen, stimuleert het ministerie van Onderwijs driejarige projecten Begeleiding Startende Leraren. Verschillende onderzoeken, initiatieven vanuit de knelpuntregio’s en activiteiten vanuit de Lerarenagenda richten zich op het adequater begeleiden van starters en het bevorderen van hun professionele ontwikkeling. Deze belangrijke thema’s hangen samen met de kwaliteit van arbeid in brede zin. Daarom levert Voion hieraan een bijdrage, door onder meer het publiceren en verspreiden van informatie en vooral van ervaringen. Dit artikel beschrijft enkele van de goede ideeën en praktijkverhalen, die op 1 oktober jl. aan bod kwamen bij ‘Frisse Start’, een conferentie van het project Begeleiding Startende Leraren in de knelpuntregio’s Noord-Holland en Flevoland.
Kansen van vergrijzing
Welke factoren bepalen wat goed onderwijs is en wat een goede leraar? Cultuur, zo stelde organisatiepsycholoog Aart Bontekoning in zijn lezing, speelt daarbij een cruciale rol speelt. Al vele jaren doet Bontekoning in diverse sectoren, waaronder het onderwijs, onderzoek naar generaties. Hij benoemt generaties steeds in clusters van vijftien jaar. Van de authentieke generatie Y (1985-2000), via de pragmatische en verbindende generatie, naar de protestgeneratie (1940-1950). Als generaties echt samenwerken, ontstaat innovatieve kracht. De ruimte daarvoor ontbreekt vaak.
Dat een deel van de jonge docenten het onderwijs snel weer verlaat, komt volgens Bontekoning door verouderde werkpatronen. De jongeren komen enthousiast binnen, maar verliezen al snel hun energie, geremd door de heersende omgangsvormen. Dat energieverlies geldt volgens Bontekoning ook voor de zittende leraren. Maar patronen doorbreken, een cultuurverandering op gang brengen, lukt alleen als jong en oud dat samen doen. Als oudere docenten openstaan voor het nieuwe dat de jongeren in zich dragen. Dan kunnen ouderen veel gemakkelijker hun werkervaring en expertise (het grote plus van de vergrijzing) overdragen aan de jongeren, die zelf hun eigen, vernieuwende inbreng hebben.
Ander type begeleiding
Chantal Kessel (APS) doet al jaren onderzoek naar de begeleiding van beginnende docenten in de vorm van praktische hulp, emotionele ondersteuning en klassenmanagement. Ze liet zien hoe de begeleiding zich in de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld van een docentgerichte naar meer leerlinggerichte begeleiding, waarin de docent bijleert over bijvoorbeeld activerende werkvormen en differentiatie. Van ‘wat moet de beginnende docent nog leren’ naar een groeiperspectief voor de individuele docent met individuele leervragen. Zelf ontdekken en zelf leren. En dat is overal te horen deze middag: kijk wat docenten nodig hebben, bedenk het niet voor ze. Zie ook het onderzoek van Chantal Kessels over de begeleidersrollen.
Meer informatie: