VOION Dacapo Kees Winkelman 0640

Inspiratie

Stijging aantal vaste contracten bij Achterhoek VO ondanks krimpend leerlingenaantal

maandag 11 november 2024 | Onderwijsarbeidsmarkt | Algemeen Voion

“Mobiliteit moet veel minder beladen worden”

Stichting Achterhoek VO, een bestuur met vijftien scholen in Gelderland, heeft in 2023 maar liefst 100 meer vaste contracten aangeboden dan het jaar daarvoor. In totaal heeft 77 procent van de 1.700 medewerkers van Achterhoek VO een vast contract, een bijzondere ontwikkeling in een krimpregio. Volgens bestuursvoorzitter Maria van Hattum en bestuurslid Monic Schijvenaars is dat alleen mogelijk door slimmer te organiseren in werving en behoud en door een sterk gevoel van collectiviteit te ontwikkelen.

Om het krimpend aantal leerlingen in de regio Achterhoek op te vangen, vond er ruim tien jaar geleden een fusie plaats tussen twee besturen van de 21 schoollocaties in de regio en werd er een nieuw beleid ingezet. “Er was minder instroom van leerlingen en tegelijkertijd kampten we met bovenformatie”, zegt bestuursvoorzitter Maria van Hattum. “Om deze puzzel goed te kunnen leggen met zoveel mogelijk zekerheid voor onze werknemers, hebben we onder andere het personeelsbestand van de regio gedetailleerd in kaart gebracht, tekortvakken bepaald en voorrang gegeven, dubbele bevoegdheden gestimuleerd en de mobiliteit bevorderd. Mobiliteit is vaak een beladen onderwerp en om dat goed te laten verlopen, leggen we de verantwoordelijkheden laag in de organisatie neer. We hebben een klein bestuursbureau en als bestuur beslissen we weinig, veel gaat in overleg met de rectoren en directeuren.”

Regionale werkgever
Bij Achterhoek VO worden de budgetten rechtstreeks verdeeld onder de scholen, slechts 1,3 procent van het totaal wordt voor het bestuursbureau afgedragen. Maria van Hattum: “Onze filosofie komt erop neer dat elke werknemer ervan overtuigd is dat ze werken voor Achterhoek VO, en niet voor hun individuele school.” Het bestuur van Achterhoek VO is als regionale werkgever de hoeder van de besturingsfilosofie en ziet het als een levend mandaat, dat bij elk thema weer opnieuw getoetst moet worden. “De scholen zijn de innovators en bij vernieuwing moet de besturingsfilosofie meebewegen. We geven onze collega’s ruimte en vertrouwen, waardoor beslissingen breed worden gedragen.”

Belang van data
Een sterk regionaal personeelsbeleid staat of valt met de juiste data en een goede analyse van die data. Monic Schijvenaars: “Het is vrij uniek dat wij een data-analist in dienst hebben, Danielle Klanderman, die al vroeg in het jaar inzichtelijk maakt wat er op regionaal en schoolniveau speelt. Zij neemt geen genoegen met landelijke data, maar verzamelt gedetailleerde gegevens van elke locatie. Nog voor de formatie start, weten we exact waarover we praten. Welke docenten werken op welke school, welke kwalificaties hebben zij, welke veranderingen komen eraan, hoe ziet het ziekteverzuim of verlof eruit en wat is de geschatte pensioenleeftijd? Die gegevens kun je schuiven op de verwachte instroom om bovenformatie of tekortvakken te signaleren en te zien waar mobiliteit mogelijk is. Jaarlijks definiëren we groenlicht-vakken, vakgebieden waarvoor we vroegtijdig starten met werving of waar we zo snel als verantwoord mogelijk is - perspectief op - vaste aanstellingen aan onze medewerkers bieden, zodat we deze vakken goed ingevuld krijgen. We hebben dus veel vaste contracten gegeven in een periode van krimp en die eigenzinnige, proactieve aanpak was mogelijk door een scherpe data-analyse over de lange termijn.”

Zorgvuldig vormgeven
Bij Achterhoek VO zijn inmiddels geen tekortvakken meer, zelfs voor wiskunde was er mede dankzij het stimuleren van het behalen van een extra bevoegdheid op een gegeven moment meer dan voldoende bezetting, vertelt Maria van Hattum. “We stemmen vraag en aanbod van medewerkers goed op elkaar af, mobiliteit van onze medewerkers helpt ons om de jaarlijkse formatiepuzzel op schoolniveau goed te kunnen maken. Voor een sterk resultaat en gevoel van collectiviteit moet je de weg naar mobiliteit zorgvuldig vormgeven. Alleen dan wordt het thema mobiliteit goed ontvangen - door de docent die op een andere school gaat werken en door het team van die nieuwe school. In de startfase konden we door de bovenformatie en leerlingenkrimp geen vaste aanstellingen bieden en juist dan is het moeilijk om de energie erin te houden. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat je doet wat mogelijk is om hen zoveel mogelijk zekerheid te bieden. Dat kun je alleen met data inzichtelijk maken.”

Maatwerk bij mobiliteit
Het beeld van nu, een stabiel personeelsbestand voor Achterhoek VO als totaal met een groot aantal vaste contracten, is het resultaat van die denkwijze, vervolgt Maria van Hattum. “Zekerheid bieden is belangrijk voor Achterhoek VO en de meeste docenten willen toch op één school wortelen. Data zijn niet ingewikkeld, maar mensen wel. Bij een complex onderwerp als ‘verplichte’ mobiliteit is het belangrijk om te werken vanuit de visie dat niet de persoon, maar dat domein boventallig is. Buiten dat, moet je strenge eisen stellen aan de juiste match en echt voor maatwerk zorgen om draagvlak te behouden. Er is altijd stress bij mobiliteit: stress bij de school die een boventallig domein heeft, bij de school die met een tekort kampt en bij de persoon die van school wisselt. Daarom werkt het alleen als iedereen betrokken en solidair is, directeuren, rectoren, P&O, het team en de teamleider. Iedereen moet erop kunnen vertrouwen dat er iemand wordt aangenomen die bij de sectie en school past. Dat hoef je niet leuk te vinden, maar je moet het wel begrijpen.” Deze invulling van het personeelsbeleid is volgens Maria van Hattum de ultieme test voor de besturingsfilosofie. “Daarom moet het gesprek tussen bestuur en directies scherp zijn. We moeten met z’n allen zorgen voor de beste match en directeuren moeten direct betrokken zijn bij een docent die overgaat naar de andere school. Als je die uitdaging als docent aangaat, moet je geen beoordeling krijgen maar een warm welkom.”

Docent Nathalie Reuling:
“Verplichte mobilisatie is het beste wat me is overkomen”

Nathalie Reuling is docent geschiedenis en is 8 jaar geleden verplicht mobiel gesteld. “Ik werkte na mijn studie 10 jaar op het Ludger College in Doetinchem en werd verplaatst naar het Stedelijk Zutphen, nu het Eligant Lyceum. Ik heb vroeger als leerling een goede tijd gehad op het Ludger College en daar ook stage gelopen, dus ik was heel tevreden in Doetinchem.” Omdat het aantal leerlingen terugliep, werd bij de sectie geschiedenis één persoon boventallig. “De directie informeerde eerst of iemand vrijwillig op een andere school wilde werken, maar daar was geen interesse in. Daarna hebben P&O en de directie gekeken welke school van Achterhoek VO plek had voor een docent geschiedenis en daar werd de juiste persoon bij gezocht. Vervolgens kreeg ik de mededeling dat er plek was in Zutphen en ze vonden dat ik het beste paste bij het onderwijsconcept van het Stedelijk. Bovendien woon ik in Nijmegen en reisde ik al voor mijn werk, in tegenstelling tot mijn collega’s. Ik wilde niet per se naar een andere school, maar achteraf hebben ze echt gelijk, ik heb nog niet zoiets goeds meegemaakt als de verplichte mobiliteit naar deze school.”

Nathalie Reuling vertelt dat ze in het begin niet veel zin had om te verkassen, ook omdat het thema verplichte mobiliteit soms een nare bijsmaak heeft. “Mijn oude collega’s vonden het heel jammer en het afscheid was een emotionele rollercoaster. En mijn nieuwe collega’s waren aanvankelijk ook sceptisch; mensen vragen zich toch af waarom je weg moest bij je oude school.” Desondanks begreep Nathalie vrij direct waarom ze een goede match was met haar nieuwe collega’s en school. “Ik werd warm ontvangen, heb een dag mee kunnen lopen en een goed gesprek met de rector gevoerd over wat we van elkaar konden verwachten. Het Stedelijk Zutphen blijkt prima bij mij te passen want ik probeer graag nieuwe dingen uit en daar krijg je alle ruimte voor, de cultuur is heel open. Bovendien wordt op deze school veel coaching ingezet en dat past perfect bij mij omdat je dan een hecht contact met je leerlingen hebt. Er is een prima match gemaakt, ik zou nu niet meer willen ruilen.”


Zendingswerk verrichten
De filosofie van Achterhoek VO heeft de potentie om bovenbestuurlijk te worden uitgerold. “We zijn voor goed onderwijs en niet voor een individuele school en die gedachte kan best besmettelijk worden gemaakt. Onze stichting is voortrekker in de onderwijsregio en we nemen andere schoolbesturen graag mee in onze aanpak”, zegt Maria van Hattum. Het traject bij Achterhoek VO laat zien dat vertrouwen belangrijk is als je draagvlak wilt creëren voor regionale mobiliteit. “Zorg dat je iedereen goed informeert en secties niet verrast met het vertrek of de komst van een collega. En wees als directie geïnteresseerd in het verloop, niet alleen cijfermatig maar ga ook na of de docent goed is geland. Neem alle betrokkenen mee in het verhaal dat je met z’n allen werkt voor de regio en iedereen zijn brood moet kunnen verdienen.”
Monic Schijvenaars geeft aan dat ook het verzamelen van data om vertrouwen vraagt. “Voor het delen van data op regionale schaal, moeten directies en besturen uit de concurrentiemodus komen. We overvragen scholen niet, maar sturen wel aan op kwalitatieve data. Bovendien delen we onze data-analyse met directies en mr’en en leggen we zoveel mogelijk uit hoe de voorkant van het verhaal in elkaar zit. Dat verhaal, in feite de praktische vertaling van onze besturingsfilosofie, moet je blijven vertellen. Zie het als zendingswerking waarmee je draagvlak en ambassadeurs creëert.”

Als werkgever gun je iedereen hechting en rust, maar het denken in thema’s als ‘mijn school’ of ‘mijn sectie’ is volgens het bestuur van Achterhoek VO passé. Maria van Hattum: “Een meer fluïde instelling heeft volgens ons de toekomst. We zijn bezig met de ontwikkeling van de mobiliteitsbrigade, die stimulans geeft aan de beweging van verplichte mobiliteit naar blije mobiliteit en uiteindelijk naar professionele mobiliteit. De nieuwe lichting docenten is volgens onderzoek echt geïnteresseerd in een mobiele loopbaan; generatie Z denkt meer in netwerken en dat geeft nieuwe energie bij het bepalen van de beleidskaders. De overgang naar een andere school zou uiteindelijk gezien moeten worden als een logische en professionele stap.”