Dit praktijkvoorbeeld is gepubliceerd op www.leerlingendaling.nl (6 juli 2016)
"Het voordeel van de microprognoses is dat ik van de totale organisatie kan zien hoe de kwantitatieve personeelsbezetting zich ontwikkelt" Ronald Bertram Alliantie Voortgezet Onderwijs, Hoofd P&O |
Welke provincie vergrijst het sterkst? En waar vindt de meeste ontgroening plaats? Om leerlingendaling in te schatten, behoeven deze vragen een antwoord. Een prognosemodel is daarvoor hét instrument bij uitstek. Hoewel vaak gepresenteerd op macroschaal, hanteert het Gelderse schoolbestuur Alliantie Voortgezet Onderwijs (VO) modellen op microniveau. Waarom? Wat is het voordeel? Ronald Bertram, hoofd personeel & organisatie (P&O), verklaart.
‘Als hoofd P&O kijk ik naar de langetermijnvraagstukken met betrekking tot het personeelsbeleid. Leerlingendaling heeft hierop een enorme impact’, begint Bertram zijn verhaal.’ Volgens hem heeft krimp verschillende gevolgen voor personeelszaken. Zo kan leerlingendaling leiden tot gedwongen ontslagen. Minder scholieren vraagt immers om minder personeel, waardoor een overschot dreigt.
Alliantie VO probeert hierop in te spelen door ruim van tevoren in te schatten hoe het aantal leerlingen op een school zich ontwikkelt. Daarbij wordt nauwlettend in de gaten gehouden hoe deze ontwikkeling zich verhoudt tot de inzet van het personeel. ‘Dit doen we door middel van prognoses. Op deze manier kunnen we nu ingrijpen om een probleem dat zich later aandient te voorkomen. Of in ieder geval te beperken in omvang.’
Van macro naar micro
De prognoses die Alliantie VO toepast zijn op microschaal. Dit in tegenstelling tot veel andere modellen. De reden hiervoor verduidelijkt Bertram aan de hand van een anekdote: ‘Een tijd terug was ik aanwezig bij een presentatie waarbij een schitterende landkaart werd gepresenteerd. Door middel van kleurtjes werd aangegeven welke regio’s krimp ondervonden en in welke mate. Hoewel deze constateringen kloppen voor een regio in zijn totaliteit, hoeven ze niet per se te gelden voor een stadse wijk in hetzelfde gebied.’
Een probleem dat Alliantie VO heeft weten te tackelen met hun microprognoses. ‘We hebben de prognosegegevens van een stad laten vertalen naar die van een wijk. Een wijk is het voedingsgebied voor een stadsschool. Als een wijk vergrijst, leidt dit plaatselijk tot meer leerlingendaling dan in een wijk vol jongeren’, verheldert Bertram. Hierdoor kan het voorkomen dat de ene Gelderse school krimpt met 10 procent, terwijl een andere school in een vergrijzende buurt een krimp ondervindt van 35 procent.
Handelen naar weten
De prognosemodellen die Alliantie VO gebruikt, brengen de krimp in beeld tot 2035. Bertram benadrukt dat deze prognoses enkel als signalering worden gebruikt: ‘Je weet niet hoe de toekomst eruitziet. Het kan altijd anders lopen. Het is wel duidelijk dat van de totale krimp de helft de komende vijf jaar plaatsvindt.’ En dat heeft nogal wat consequenties. Gevolgen die opgevangen kunnen worden door tijdig te signaleren.
‘Het voordeel van de microprognoses is dat ik van de totale organisatie kan zien hoe de kwantitatieve personeelsbezetting zich ontwikkelt. Ik kan inschatten hoeveel medewerkers nodig zijn op welke momenten. En wanneer leerlingendaling daarop invloed heeft. Zo krijgen sommige scholen, in bijvoorbeeld een sterk vergrijzende wijk, met een personeelsoverschot te maken. Terwijl op een andere school een tekort is. Hier kunnen we als Alliantie VO bijsturen.’ Volgens Bertram leiden de prognoses op microniveau dus tot een gerichter Human Resources (HR-)beleid.
Herplaatsen
Het bijsturen gebeurt op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door te traceren of voor bepaalde vakken, op specifieke scholen, een docententekort zal ontstaan. De juiste vakdocenten van een krimpende school met een personeelsoverschot kunnen dan herplaatst worden naar een school met een tekort aan leerkrachten. Bertram: ‘Door deze leraren tijdig te herplaatsen, kunnen we voorkomen dat gedwongen ontslagen vallen. We trachten dus te herlokaliseren voordat ergens schaarste of overschot ontstaat. We proberen de problemen voor te zijn.’
Daarnaast streeft Alliantie VO ernaar om vooral docenten met een vast contract te herplaatsen. De vacature die vervolgens op de school met een tekort wordt ingevuld, is van tijdelijke aard. Desalniettemin probeert het schoolbestuur werknemers aan zich te binden. Want vanaf 2020 heeft het schoolbestuur vooral te kampen met een groot aantal vacante posities. ‘Door de vergrijzing hebben we dan te maken met een grote uitloop van personeel. Ook verloopt de leerlingendaling dan meer geleidelijk. Die combinatie leidt tot een aanzienlijk lerarentekort, waardoor we personeel hard nodig hebben’, sluit Bertram af.