De plannen rondom ontwikkeltijd leverden bij de CVO Groep Zuidoost-Utrecht een flinke discussie op. “Er waren te veel verschillende meningen en visies binnen de vijf scholen van de CVO Groep en we kwamen er onderling niet goed uit”, vertelt Human Resource Manager Job van der Mijl. Dankzij de inzet van een externe adviseur is de dialoog weer op gang gekomen en kunnen de plannen voor ontwikkeltijd nu in twee fasen worden doorgevoerd.
De dialoog rondom ontwikkeltijd was niet nieuw voor de CVO Groep. “Naar aanleiding van het transitieplan denken we al vanaf 2016 na over ons taakbeleid en duurzame inzetbaarheid”, zegt Job van der Mijl die als HRM-er bij deze strategische plannen betrokken is. “Ook het thema werkdruk was al tijden een punt van discussie, maar dat blijkt toch een lastig containerbegrip, dat door iedereen anders wordt ervaren.”
Verschillende visies
De werkgroep van het transitieplan bekeek of in het huidige onderwijsprogramma tijd en ruimte te vinden was voor onderwijsontwikkeling. “We wilden niet op twee borden tegelijk schaken, maar kijken welke activiteiten we al konden scharen onder het begrip onderwijstijd. Onze groep van vijf scholen kwam daar niet uit; de ene groep vond de werkverdeling al prima, de andere groep wilde een ander taakbeleid. En de een zag onderwijsontwikkeling als een onderwerp dat in een excel-sheet te vangen is, terwijl de ander het aangreep om met een meer open taakbeleid aan de slag te gaan. Discussies laaiden op en het was moeizaam om er handen en voeten aan te geven. Daarom besloten we om een externe adviseur in de arm te nemen. Voion heeft een informatiebijeenkomst georganiseerd over ontwikkeltijd om meer duidelijkheid te verschaffen en was ook aanwezig bij de eerste gesprekken met het externe adviesbureau Rijnconsult.”
Overeenkomsten zoeken
“In een notendop viel het ons op dat er bij deze scholengroep veel verschillende meningen heersten en men niet nader tot elkaar kwam”, zegt Ernst Jan Reitsma, adviseur bij Rijnconsult. “We zijn in overleg getreden en hebben gezocht naar overeenkomsten waarbij het belang van de leerling uiteindelijk toch de drijfveer is. Er is een stuurgroep gevormd met de voorzitter van het college van bestuur, HRM en de bestuurssecretaris en we hebben veel gesprekken gevoerd met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), MR en docenten van alle scholen. We wilden daarbij twee hete hangijzers uit elkaar halen: onderwijsontwikkeling en werkdruk. De cao koppelt ze weliswaar aan elkaar maar als adviseur zou ik juist zeggen; zie deze thema’s los van elkaar. Werkdruk is zoals Job zegt een containerbegrip, wat veel emoties losmaakt en zeer stijl- en voorkeursgebonden is.”
Leerling centraal
Reitsma focuste zich met collega Lieke Brouwer op onderwijsontwikkeling met als speerpunt de ‘relativitijd’ van lesuren. “In klassieke onderwijsvormen is lesuren vrijmaken voor onderwijsontwikkeling een sigaar uit eigen doos. Hoe kun je slimmer en effectiever lesgeven? Waar zijn de leerlingen het meest bij gebaat? Dat gezichtspunt maakte de creativiteit los. Er kwamen meer ideeën voor onderwijs op projectbasis waardoor er uren vrij werden gespeeld.” Rijnconsult kon op basis van deze resultaten een terugkoppeling aan de stuurgroep geven en heeft advies aan de GMR gevraagd waardoor alle scholen zich aan de plannen committeerden om gezamenlijk het onderwijs anders in te vullen. Reitsma: “In de verdere besluitvoering gaan we ons nog op een heel belangrijke doelgroep richten, namelijk de leerling. Want veel scholen zeggen wel dat ze de leerling centraal stellen, maar geven daar weinig invulling aan. De CVO Groep wil de wensen van de leerling in kaart brengen en daar het onderwijs beter op aansluiten. We werken toe naar onderwijs met autonome docenten en zelfstandige leerlingen, daar wordt een projectgroep voor opgezet met een overkoepelende visie voor de hele scholengemeenschap.”
Lopend proces
De CVO Groep voert de plannen voor onderwijsontwikkeling in twee fasen door; eind maart ligt er een commitment om het onderwijs anders in te gaan vullen en zo uren vrij te maken. De exacte invulling van die uren wordt in de tweede fase doorgevoerd als ook de visie van de leerlingen strategisch is verwerkt. “Alle neuzen staan nu dezelfde kant uit en iedereen is enthousiast. Rijnconsult heeft structuur in de discussie gebracht en kon ook met een frisse blik naar de problematiek kijken omdat ze ook cliënten buiten het onderwijs adviseren. In ruim een half jaar ondersteuning hebben zij een omslag van weerstand naar een creatieve flow teweeggebracht”, zegt Van der Mijl.
Reitsma geeft tot slot aan dat scholen vaak de meest bevlogen organisaties zijn waar zijn bureau mee werkt. “De klassieke manier van lesgeven remt die bevlogenheid vaak. Die frictie zorgt er ook voor dat de communicatie tussen docenten en bestuur verstopt raakt, terwijl iedereen dezelfde goede bedoelingen heeft. Als externe partij is het gemakkelijker om dat bloot te leggen en de discussie weer op gang te brengen.”