n 1911 werd 8 maart tot Internationale Vrouwendag uitgeroepen. Thema’s als empowerment, economische zelfstandigheid, vrouwelijk leiderschap en solidariteit onder vrouwen staan deze dag wereldwijd centraal. Onderwijs is de bepalende factor en vrouwelijke leiders in het onderwijs maken soms meer impact dan zij denken.
Welke visie hebben vrouwelijke leiders en rolmodellen in het vo op vrouwelijk leiderschap en diversiteit onder werknemers in de sector? Drie portretten van vrouwelijke inspirators in het vo:
Somaia Yaagoub is sinds twee jaar directeur van het Comenius Dalton in Rotterdam. Na haar studie pedagogiek ambieerde Somaia een leidinggevende positie in het onderwijs. “Ik wil het onderwijs elke dag voor iedereen een stukje beter maken. Daarvoor wilde ik eerst ervaring als docent opdoen, dus ik heb ook de lerarenopleiding gevolgd en ben na drie jaar docentschap doorgestroomd naar een leidinggevende positie.” Somaia’s moeder inspireerde haar tot deze ambitie. “Mijn moeder is geëmigreerd uit Marokko en heeft altijd een gezin met 8 kinderen perfect gedraaid. Ze was erg geëmancipeerd en hamerde op het belang van onderwijs. Tegen haar dochters, mijn zes zussen en ik, zei ze: zorg dat je nooit afhankelijk wordt van iemand en dat is mijn inspiratie. If you can dream it, you can do it… die boodschap wil ik leerlingen en collega’s ook graag meegeven, ongeacht hun achtergrond.”
Het is mogelijk!
Somaia ziet dat vrouwen in het onderwijs steeds vaker leidinggevende posities innemen. “Binnen de scholengroep Comenius College, onderdeel van CVO Rotterdam, is meer dan de helft van de algemene directieleden vrouw, zo liet het bestuur laatst weten. Dat is mooi om te lezen, ook dat het bestuur zich daar bewust van is. Een mooie ontwikkeling en belangrijk voor toekomstige generaties. Zodra ik me op school voorstelde als nieuwe directeur, kwamen er meiden naar me toe om te vertellen dat ze blij zijn dat een vrouw met ‘hun achtergrond’ mijn positie heeft. ‘Het is mogelijk!’, riep ik, ‘geloof in jezelf en doorzetten!’ Geweldig om zo’n rolmodel te mogen zijn.”
Gespreid leiderschap
Naast haar streven om het onderwijs voor iedereen beter maken, beseft Somaia steeds meer dat het als leidinggevende in het onderwijs ook nodig is om diversiteit bewust na te streven. “De leerlingen en ouders moeten zich blijven herkennen in staf en docenten. Bij Comenius verloopt dat organisch, we zien een zo divers mogelijk medewerkersbestand als een verrijking van onze organisatie. Helaas zijn vrouwen minder geïnteresseerd in een bestuurs- of directiefunctie omdat je deze banen moeilijk parttime kunt invullen. Daarom ben ik een groot voorstander van gespreid leiderschap. Bijvoorbeeld door duo-banen te creëren en verantwoordelijkheden breder in je organisatie te verdelen.”
Geëffend pad
Wat heeft Somaia Yaagoub geleerd als leidinggevende? “Mijn belangrijkste les heeft ook te maken met de opleiding Master Educational Leadership die ik momenteel volg. Het is vooral belangrijk dat je jezelf als leidinggevende heel goed kent en je bubbel vergroot. Ik probeer vraagstellingen altijd vanuit verschillende perspectieven te benaderen en open te staan voor andere meningen, alternatieve ideeën, een unieke toegang naar collectieve wijsheid. Besluitvorming met aandacht en waardering voor andere opvattingen; de Deep Democracy methode. Dat is ook het vernieuwende aan vrouwelijk leiderschap, vrouwen zoeken volgens mij meer naar gemeenschappelijkheid en kleur in een organisatie. Meer kleur bedoel ik figuurlijk én letterlijk, omdat ik ook tegen discriminatie ben aangelopen. Mij werd verteld, nadat ik mijn ambitie kenbaar had gemaakt, dat ik gezien mijn kleur en achtergrond niet geschikt ben voor een directiefunctie. Dat riep veel vragen bij mij op en het heeft me diep geraakt omdat het niet om je kwaliteiten gaat. Maar mijn huidige leidinggevende heeft mijn kwaliteiten wel willen zien. Dat maakt me strijdbaar als trotse directeur van een zeer diverse school waar leerlingen heel gemoedelijk met elkaar omgaan en respect hebben voor elkaars cultuur. Ik ben niet heel bewust bezig met mijn achtergrond of vrouw-zijn, maar heb wel heel veel respect voor mensen die bepaalde posities bereiken ondanks dat hun pad niet zo geëffend was als dat van hun collega’s.”
Marianne Alleleijn startte twintig jaar geleden direct na haar opleiding als docent elektrotechniek aan het Graaf Huyn College in Geleen. Ze geeft les in Nastech en T&T (Techniek & Toepassing) aan de brugklas of tweede klas en aan leerlingen die kiezen voor het examenprogramma PIE (Produceren, Installeren en Energie). Daarnaast is Marianne secretaris van de medezeggenschapsraad van het Graaf Huyn College.
“Mijn interesse voor elektrotechniek ontstond op de LTS. Tegelijkertijd wilde ik graag atletiektrainer worden zodat ik mijn kennis over kon brengen op jongeren. Dat bracht mij na de mbo op het pad van een docentenopleiding en de combinatie techniek en onderwijs bevalt mij nog steeds uitstekend. Ik vind het geweldig om te zien dat leerlingen vorderingen maken. Zo zie ik leerlingen die in de brugklas wat machineangst hadden, een jaar later dingen maken die ze nooit voor mogelijk hielden.”
Opvallende keuze
De keuze voor elektrotechniek was ook twintig jaar geleden opvallend voor een meisje en daaraan is de afgelopen decennia niet veel veranderd, zegt Marianne. “Veel ouders vinden techniek nog steeds een moeilijke keuze voor hun dochter. Mijn moeder was een rasechte feministe die zich hard maakte voor gelijke kansen en zij vond elektrotechniek een prima keuze… maar metaaltechniek ging ook haar net wat te ver. Dat gaat puur om de beeldvorming: harde wereld, vieze handen en zwaar werk. In de praktijk valt dat enorm mee. Ik ben van huis uit altijd gestimuleerd om vooral mijn eigen weg te kiezen. Techniek is voor iedereen een prachtige carrièrekeuze die veel vrijheid geeft. Ik probeer al mijn leerlingen te stimuleren om voor techniek te kiezen, welk gender dan ook. Het is vooral belangrijk dat je je hart volgt en je eigen route kiest. Leerlingen vinden het volgens mij ook heel normaal dat ik als vrouw de technische lessen verzorg, al zijn ze soms nog verrast.”
Als vrouwelijke techniekdocent brengt Marianne de leerlingen ook net wat andere accenten bij, met wat meer aandacht voor nazorg en het opruimen van de werkplaats, want ook dat is veiligheid. Lachend: “Het lokaal ziet er ook net wat anders uit dan wanneer mijn mannelijke collega’s lesgeven.”
De ladder op
Gelijke behandeling is een natuurlijke prioriteit voor de docente techniek, al pleit ze daar niet bewust voor bij het Graaf Huyn College. “We werven ook niet specifiek op gender; het gaat om de kwaliteiten van een persoon. Als secretaris van de medezeggenschapsraad stuur ik tussen de regels door af en toe wat bij. Toen ik hier van start ging, heb ik bijvoorbeeld gevraagd om een modernere stofjas en wat minder lompe veiligheidsschoenen. Ik neem als docent de meiden nooit zwaardere taken uit handen en pleit er bij werkoverleggen voor om ook de meisjes gewoon de ladder op te sturen.”
Marianne is bescheiden over haar voorbeeldrol omdat ze het heel gewoon vindt dat mannen en vrouwen dezelfde taken uitvoeren. “Maar ik ben wel trots als ik zie dat meiden mede door mijn lessen met heel hun hart voor techniek kiezen. Misschien heeft mijn rol als docent dan toch een beetje hun ogen geopend.”
Muriëlle van der Voort is voorzitter van het college van bestuur van de NUOVO Scholen, 15 middelbare scholen uit de regio Utrecht met ongeveer 12.000 leerlingen en 1.300 medewerkers. Onderwijs speelde in de carrière van Muriëlle een grote rol. Ze volgde de docentenopleiding en een studie organisatie-antropologie, verrichtte interim- en advieswerk, werd directeur van de VO-raad en vervolgens ondernemer en bestuurder in de kinderopvang. “Ik voel me nu als bestuursvoorzitter thuis in het onderwijs, want ik wil het verschil kunnen maken. Als docent maak je vrij direct het verschil in het contact met leerlingen, en als bestuurder kun je achter de schermen op grotere schaal impact maken. Zo gaan al onze leerlingenraden op dit moment aan de slag met het thema mentale gezondheid, een actueel probleem onder jongeren. NUOVO initieert dit soort trajecten en ik kan als voorzitter verbindingen leggen tussen alle verschillende scholen en prioriteiten vaststellen. Hetzelfde geldt voor de medewerkers; achter de schermen zorg je ervoor dat iedereen op gelijke wijze gehoord en gezien wordt.”
Maatschappelijke beeldvorming
In het voortgezet onderwijs is weliswaar 38 procent van de leidinggevenden vrouw, maar Muriëlle geeft aan dat dat binnen een breed kader wordt gemeten. “In de colleges van bestuur en met name voorzittersposities zijn vrouwen met 20% nog ondervertegenwoordigd. Ik vind het belangrijk dat vrouwen ook in het onderwijs meer leidinggevende posities innemen omdat we juist daar voor leerlingen een sterke voorbeeldrol hebben. In Utrecht zijn we op de goede weg; drie grote besturen hebben inmiddels een vrouwelijke voorzitter. Vaak staat de beeldvorming over de maatschappelijke rol van de vrouw nog in de weg. Zo werd mij op het schoolplein ook geregeld gevraagd of ik het niet jammer vond dat ik mijn kinderen niet op zag groeien, terwijl ik daar net zo vaak stond als elke andere ouder om mijn kinderen op te halen. Een fikse carrière wordt bij een vrouw toch vaak gezien als een keuze tussen werk of gezin.”
Boardroom cultuur
Wat zijn volgens Muriëlle kenmerken van vrouwelijk leiderschap? “Ik denk dat vrouwen minder vaak worden gehinderd door hun ego. Als commissaris bij de Rabobank en een woningbouwcorporatie zie ik in de boardrooms nog wel eens dat de punten die vrouwen maken niet worden opgepikt, tenzij een man het herhaalt. Ik heb niet zo’n last van mijn ego, uiteindelijk gaat het erom dat het punt wordt gemaakt en die instelling werkt. Het boek ‘De zijkant van de macht’ van Julia Wouters gaat over de mechanismen die ontstaan tussen mannen en vrouwen in bijvoorbeeld boardrooms. Vrouwen kunnen zich vaak wat masculiener opstellen om hun thema over te brengen, maar dat gaat uiteindelijk ten koste van de diversiteit die we met z’n allen voor ogen hebben. Ik probeer dicht bij mezelf te blijven en denk dat vrouwen als leider meer oog hebben voor samenhang, persoonlijke groei en het bevorderen van gemeenschapszin. De bestuurlijke laag in het onderwijs bestaat nog grotendeels uit mannen met de zeven vinkjes, dus er is werk aan de winkel. Zeker als je kijkt naar culturele diversiteit. NUOVO werkt niet met een expliciet diversiteitsbeleid, maar ik vind het wel heel belangrijk dat de medewerkers op elk niveau een afspiegeling vormen van de leerlingenpopulatie en die is bij ons heel divers. We willen onze leerlingen meer bieden dan een diploma, zodat ze kunnen participeren in een inclusieve maatschappij. Een open, onderzoekende houding en het individu zien staan, is bij NUOVO heel belangrijk. Dat komt het beste naar voren als het verankerd is in de cultuur. We stimuleren onze leerlingen en medewerkers dan ook om uit hun eigen bubbel te komen en van elkaar te leren, of dat nu gaat om genderdiversiteit, culturele diversiteit of om vmbo’ers en gymnasiasten. Deze generatie lijkt zich bewuster te zijn van hun eigen bubbel en daardoor kunnen zij er ook gemakkelijker uitstappen. Een mooie beweging, waarvan we veel kunnen leren.”
Vrouwen zijn vaak geneigd om te bescheiden te zijn en wijzen een bestuurlijke functie daardoor bij voorbaat af, zegt Muriëlle. “Maar als je de ambitie hebt, zou ik zeggen: doe het, ga voor die leidinggevende rol, omring je met inspirerende vrouwen en versterk elkaar. Laten we streven naar een 50/50 verdeling in de besturen en vrouwen de kracht geven om die stap naar voren te zetten. Dat begint bij een ontmoeting. Mijn moeder heeft me altijd meegegeven dat ik goed voor mezelf moest kunnen zorgen, zij heeft mij die drive gegeven. Als ik dan van oud-leerlingen berichtjes ontvang en mag horen dat ik hen zo geïnspireerd heb, dan heb ik dat vuur blijkbaar een beetje door mogen geven.”