Het afgelopen jaar hebben het Minkema College en Kalsbeek College uit Woerden meegedaan aan de pilot ‘Bovenbestuurlijke samenwerking rondom arbeidsmarktvraagstukken’ van Voion. Deze pilot heeft afspraken opgeleverd over samenwerken rondom het begeleiden van zij-instromers en starters. Ook onderzoeken de scholen hoe ze elkaar helpen als er een acuut lerarentekort is bij een bepaalde vakgroep. Met Mark de Haas, bestuurder Minkema College en Tijmen Smit, bestuurder Kalsbeek College, blikken we terug op dit traject. “De pilot heeft ervoor gezorgd dat de intensiteit van onze samenwerking op een organische manier toeneemt”.
Mark de Haas licht toe waarom er zo’n open houding is tussen hem en Tijmen Smit. ´Onze samenwerking lijkt zo natuurlijk omdat we elkaar al kennen vanuit een andere plek. Tijmen nam mijn rol als bestuurder bij mijn vorige werkgever over en in die periode van overdracht hebben we nog enige tijd gezamenlijk het bestuur gevormd. Tijdens deze periode merkten we direct dat er een klik was en we vaak hetzelfde over thema’s dachten. Nu werken we als bestuurder van twee Woerdense middelbare scholen en beschouwen we het beiden als heel natuurlijk om elkaar weer op te zoeken.’
Eigen identiteit
‘We willen ons samen hard maken voor de kwaliteit en continuïteit van het voortgezet onderwijs in Woerden en omgeving. We zijn scholen met een rijk aanbod, ieder met een eigen identiteit. We willen leerlingen ruimte geven om te kunnen kiezen. Aan de andere kant zien we ook veel kansen om dingen samen te doen, juist op arbeidsmarktvraagstukken. Daarom willen we meer samenwerken. Voor ons als bestuurders is dat dus heel natuurlijk, maar we zien en begrijpen ook dat dit voor onze medewerkers een behoedzaam proces is. De medewerkers van beide scholen kennen elkaar nog niet. Sterker nog: beide scholen bestaan al meer dan honderd jaar en hebben elkaar in die lange periode vooral gezien als concurrenten. Dat hield samenwerking tegen. Daarom willen we het intensiveren van de samenwerking organisch laten verlopen’, vult Tijmen Smit aan.
Organisch
Ten aanzien van de eerste opzet van Voion voor de pilot ‘Bovenbestuurlijke samenwerking bij benoemings- of mobiliteitsbeleid tussen verschillende schoolbesturen in de regio’ waren de bestuurders terughoudend. De opbouw van de pilot had een te vast stramien. Het paste niet bij de organische en behoedzame benadering die de bestuurders voor ogen hadden. ‘Fijn dat we hierover in gesprek zijn gegaan met elkaar. Op die manier konden we meedenken hoe we jullie toch de ruimte konden geven om mee te doen,’ aldus Jack de Bruin. Met als resultaat dat er verschillende concrete samenwerkingsafspraken zijn gemaakt rondom het behouden en begeleiden van medewerkers van beide scholen. Mark de Haas vult verder aan: ‘Wat we van de pilot geleerd hebben, is dat we meer expliciet mogen maken wat de intensiteit van samenwerken is en waar we naartoe willen groeien. Het startpunt van Voion, de bestuurders en medewerkers lagen in ieder geval uit elkaar. De pilot leek gericht op collaboratie (zie figuur 1). Daar willen we als bestuurders misschien naar toe groeien, maar zo ver zijn we nog niet.’
Kleine stappen
‘Dat zag ik ook terug tijdens het begeleiden van de sessies met de medewerkers’, vertelt Susan van de Laak van Common Eye. Zij begeleidde, in het kader van de pilot, een aantal sessies met medewerkers om meer te gaan samenwerken rond het behouden van starters en zij-instromers. ‘Medewerkers staan nog bij het startpunt van de samenwerking en zien het nog als iets vrijblijvends. Door de pilot gaan medewerkers nu wel meer afstemmen. Bijvoorbeeld kennis en processen over het aantrekken en begeleiden van starters en zij-instromers. Ook is er afgesproken dat medewerkers deel mogen nemen bij cursussen van de andere school. En een medewerker van het Kalsbeek College sluit aan bij de werkgroep Mentoraat van het Minkema College. De HR-adviseurs zetten nog een stap verder en gaan kijken of we daadwerkelijk mensen kunnen delen.’
‘Het lijken allemaal kleine stappen, maar voor de scholen zijn ze groot. We merken dat het medewerkers lucht en energie geeft dat ze bij de buren mogen kijken en samen mogen optrekken. Dat zorgt voor werkplezier én vernieuwing. Door de pilot is dit aangezwengeld. Dat hadden we nooit zelf kunnen doen. Wat ons betreft is deze pilot daarom meer dan geslaagd. In het nieuwe schooljaar gaan we verder met de ingezette koers. Eerst nog samen maar later zonder de begeleiding van Voion en Common Eye. Het vraagt meer coördinatiekracht van onszelf. Gelukkig hebben we dat zeker in huis’, sluit Tijmen Smit af.
