GP Kees Winkelman 7117 LR 1600

Nieuws

Effect van schoolsluitingen op verspreiding COVID-19

donderdag 22 februari 2024 | Veilig en vitaal werken

Het ministerie van SZW heeft een kamerbrief gestuurd met de uitkomsten van het RIVM-onderzoek naar de effectiviteit van (combinaties van) niet-farmaceutische interventies, waaronder de sluiting van scholen, in het tegengaan van COVID-19 in Nederland.

Onder niet-farmaceutische interventies (NFI) worden maatregelen verstaan zoals het nemen van hygiënemaatregelen, sluiten van niet-essentiële winkels, verbieden van samenkomsten, sluiten van scholen, instellen van een avondklok, het dragen van mond-neusmaskers enz. Vaccinaties zijn dus géén onderdeel van de NFI’s.

Op basis van de (weinige) wetenschappelijk betrouwbare studies naar de effectiviteit van NFI’s, concludeert het RIVM in haar rapport dat de genomen COVID-19 maatregelen in Nederland effectief zijn geweest. Hoeveel effect de afzonderlijke maatregelen hebben gehad is echter moeilijk vast te stellen. Sommige maatregelen werden immers gelijktijdig genomen waardoor het effect per maatregel moeilijk meetbaar is. Ook verschilt de mate waarin de maatregelen zijn opgevolgd; sommige maatregelen zijn beter opgevolgd dan andere waardoor het resultaat kan verschillen. Daarnaast hebben ook zaken als timing (wanneer werd de maatregel genomen) en context (bij wie, onder welke omstandigheden werd de maatregel toegepast) invloed op de effectiviteit van maatregelen.

Ondanks deze methodologische kanttekeningen, stelt het RIVM dat van de afzonderlijke maatregelen, het sluiten van niet-essentiële winkels het grootste effect had op de verspreiding van COVID-19 (een daling van 35%) en de schoolsluitingen het minste effect (een daling van 6%). Het verbod op groepsbijeenkomsten, de avondklok en het dragen van mond-neusmaskers reduceerden de verspreiding van het virus met respectievelijk 26%, 13% en 12%. Als effectmaat voor de verspreiding van het virus gebruikte het RIVM daarbij het reproductiegetal (R). Bij een R groter dan 1, neemt de besmettingsgraad toe, bij een R kleiner dan 1 neemt die af. Het RIVM heeft ook gekeken naar de timing van de maatregelen en het onderzoek laat zien dat wanneer de maatregelen 1 of 3 dagen later waren genomen, dit tot aanzienlijk meer sterfte zou hebben geleid.

Een verdere onderbouwing van de effectiviteit van de genomen NFI’s is ook terug te zien in de verspreiding van andere infectieziekten met dezelfde transmissie route als het virus SARS-CoV-2. De genomen maatregelen leidde ook tot een substantiële afname van het aantal nieuwe gevallen van deze andere infectieziekten.

Aanbevelingen
Het RIVM beveelt aan aandacht te hebben voor de communicatie tijdens het instellen van maatregelen en onderzoek te doen naar de interactie tussen maatregelen en naar individuele maatregelen voor specifieke groepen. Daarnaast beveelt het RIVM aan om gegevensstromen te versterken.