De Arbowet verplicht de werkgever te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van werknemers door zo goed mogelijke werkomstandigheden te realiseren. Deze verplichting is uitgewerkt in hoofdstuk 2, artikel 3 van de arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).De subleden van het eerste lid van artikel 3 bepalen verder:
- dat arbeid de veiligheid en de gezondheid niet mag schaden;
- dat gevaren en risico’s in eerste instantie bij de bron aangepakt moeten worden. Wanneer redelijkerwijs geen andere oplossing mogelijk is, valt men via tussenstappen (arbeidshygiënische strategie) terug op persoonlijke beschermingsmiddelen;
- dat het werk (werkplek, -methode, -inhoud) zoveel als redelijkerwijs mogelijk is aan de persoonlijke eigenschappen van de werknemer aangepast is;
- dat monotone en tempogebonden arbeid zoveel als redelijkerwijs mogelijk is vermeden wordt;
- dat doeltreffende maatregelen worden getroffen op het gebied van de eerste hulp bij ongevallen, brandbestrijding, evacuatie en het onderhouden van verbinding met hulpverleningsorganisaties en
- dat elke werknemer bij ernstig en onmiddellijk gevaar adequaat kan handelen.
Daarnaast bepaalt:
- lid 2: dat de werkgever psychosociale arbeidsbelasting moet voorkomen dan wel beperken.
- lid 3: dat de werkgever de uitvoering van beleid opdraagt aan werknemers. De werkgever zorgt voor een goede verdeling van taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden en houdt rekening met de bekwaamheden van de werknemers.
- lid 4: dat de werkgever het arbobeleid regelmatig toetst en het beleid zo nodig bijstelt.
De Arbowet schrijft voor wat u als werkgever moet regelen, niet hoe u dat moet doen. Om u te helpen bij het invullen van het hoe, is de Arbocatalogus-VO gemaakt.